Probleem
De functieweergave
(restweergave,
tellerweergave, enz.)
wordt niet weergegeven
Probleem
Het toestel stopt de
opname op willekeurige
ogenblikken.
De automatische
scherpstelling (auto
focus) werkt niet.
De kleur of helderheid
van het beeld verandert,
of u kunt horizontale
balken in het beeld zien.
Het LCD-scherm flikkert
binnenshuis.
Er is een ontregelde
verticale uitlijning
tussen de linker en de
rechter beelden.
Er is een ontregelde
uitlijning van het
brandpunt tussen de
linker en de rechter
beelden.
Aanduiding
≥ [KAART&BATTERIJ] of [DISPLAY OVERIG] van [SW&
DISP SET-UP] staat op [UIT]. (l 119)
Opname
≥ Gebruik een SD-kaart die voor het opnemen van video's
gebruikt kan worden. (l 15)
≥ De opnametijd kan korter zijn wegens de afname van de
snelheid waarmee de gegevens geschreven worden of
herhaaldelijk opnemen en wissen. Formatteer de kaart
om het toestel te gebruiken. (l 27)
≥ Schakel naar de intelligent auto mode.
≥ Indien u probeert om een scène op te nemen die moeilijk
scherp gesteld kan worden met de automatische
scherpstelling, gebruik dan de handmatige scherpstelling.
(l 40, 44)
≥ De kleur of de helderheid van het beeld zou kunnen
veranderen, of u zou horizontale strepen in het beeld
kunnen zien wanneer het onderwerp opgenomen is bij
fluorescent lucht, kwiklicht, natriumlicht, enz. Dit duidt
echter niet op een afwijking.
≥ Handel als volgt.
j Opnemen in de Intelligent Auto Mode
j (Als [24p SELECT] op [UIT] gezet is)
Zet de sluitersnelheid op 1/100 in gebieden waar de
frequentie van de stroomvoorziening 50 Hz is, of op
1/125 in gebieden met 60 Hz.
j (Als [24p SELECT] op [AAN] gezet is)
Zet de sluitersnelheid op 1/60 in gebieden waar de
frequentie van de stroomvoorziening 60 Hz is, of op
1/100 in gebieden met 50 Hz.
≥ Stel de beelden bij met de 3D Fine functie om de
ontregelende uitlijning tot het minimum te beperken.
(l 36)
≥ Het kan zijn dat de uitlijning van het brandpunt ontregeld
is omdat tegen het toestel gestoten is. Schakel de stroom
uit en weer in.
- 130 -
Controlepunten
Controlepunten