NOTA:
Modellen
uitgerust
del/stang: Als de motor niet naar voor gericht
is, kan de kantelsteunhendel/stang niet auto-
matisch naar de vergrendelde stand draaien.
Als de kantelsteunhendel/stang niet automa-
tisch vergrendelt, zwenk de motor dan lichtjes
naar links en rechts.
DMU28031
Procedure voor het naar beneden
kantelen (modellen met handmatige
kantelinrichting)
1.
Kantel de buitenboordmotor lichtjes om-
hoog.
2.
Als de boot is uitgerust met een kantel-
steunstang: Kantel de buitenboordmotor
voorzichtig omlaag terwijl u de kantel-
steunstanghendel omhoog trekt.
3.
Als de boot is uitgerust met een kantel-
steunknop: trek deze uit en kantel de mo-
tor dan voorzichtig omlaag.
4.
Zet de stuurfrictieregelhendel los door
deze linksom te draaien en regel de
stuurfrictie volgens de voorkeur van de
bediener.
DWM00720
WAARSCHUWING
Als er te veel weerstand is, is het moeilijk
om te sturen, wat tot een ongeluk zou kun-
nen leiden.
met
kantelsteunhen-
DMU28060
Varen in ondiep water
De buitenboordmotor kan gedeeltelijk om-
hoog worden gekanteld om in ondiep water te
kunnen varen.
DMU28071
Varen in ondiep water (modellen met
een handbediend kantelmechanisme)
DWM00710
WAARSCHUWING
Zet de schakelinrichting in neutraal al-
G
vorens het systeem om in ondiep water
te varen te gebruiken.
Vaar zo traag mogelijk als u het systeem
G
om in ondiep water te varen gebruikt.
Het
kantelvergrendelingsmechanisme
werkt niet als het systeem om in ondiep
water te varen wordt gebruikt. Als u dan
onderwater een hindernis zou raken,
zou de buitenboordmotor uit het water
worden getild, met verlies van controle
tot gevolg.
Draai de buitenboord nooit 180° om ach-
G
teruit te varen. Zet de schakelinrichting
in achteruit als u achteruit wil varen.
Wees extra voorzichtig bij het achteruit
G
varen. Te veel achterwaartse stuwkracht
kan ervoor zorgen dat de buitenboord-
motor uit het water wordt getild, waar-
door de kans op een ongeluk en
verwondingen toeneemt.
Zet de buitenboordmotor terug in de
G
normale stand zodra de boot in dieper
water is.
DCM00260
OPGELET:
Kantel de buitenboordmotor nooit zo hoog
dat de koelwaterinlaat in het staartstuk bo-
ven het wateroppervlak komt wanneer u in
Werking
23