Een hoog oliegehalte: te veel olie ver-
G
oorzaakt vuile bougies, een rokerige uit-
laat en zware koolafzetting.
NOTA:
Als u een permanent geïnstalleerde tank ge-
bruikt, giet de olie dan geleidelijk bij naarge-
lang de benzine wordt bijgevuld in de tank.
DMU27450
De motor gebruiken
DMU27472
Brandstof toevoeren
DWM00420
WAARSCHUWING
Controleer alvorens te starten of de boot
G
stevig aangemeerd is en dat u niet be-
lemmerd wordt bij het sturen. Ga na of er
zich niemand in het water rondom u be-
vindt.
Als de ontluchtingsschroef wordt losge-
G
draaid, ontsnapt er benzinedamp. Benzi-
ne
is
erg
benzinedampen zijn ontvlambaar en
ontplofbaar. Rook niet en blijf uit de
buurt van open vlammen en vonken
wanneer u de ontluchtingsschroef open
draait.
Dit product produceert uitlaatgassen die
G
koolmonoxide bevatten, een kleur- en
geurloos gas dat hersenbeschadiging of
de dood kan veroorzaken wanneer het
wordt ingeademd. Symptomen zijn on-
dermeer misselijkheid, duizeligheid en
slaperigheid. Zorg dat de stuurhut en de
cabine goed verlucht zijn. Sluit de uit-
laatopeningen niet af.
1.
Bij de ingebouwde tank moet de ontluch-
tingsschroef op de brandstoftankdop één
slag worden losgedraaid. Bij de externe
ontvlambaar
en
brandstoftank moet de ontluchtings-
schroef op de brandstoftankdop twee tot
drie slagen worden losgedraaid.
2.
Selecteer de brandstoftank met de
brandstofkraan of open de brandstof-
kraan.
3.
Als u gebruik maakt van een externe
brandstoftank, dient u de brandstoflei-
dingkoppelstukken stevig aan te sluiten
en in de opvoerpomp(met het uiteinde
voor de uitlaat naar boven gericht) te knij-
pen tot wanneer ze hard wordt (als de
motor uitgerust is met een brandstoflei-
dingkoppelstuk).
DMU27490
De motor starten
DMU27522
Modellen met repeteer starter
1.
Zet de schakelhendel in neutraal.
Werking
15