Gereedschap en materialen
Zorg ervoor dat u alle instrumenten en materialen hebt die nodig zijn voor een veilige installatie volgens alle geldende voorschriften en normen.
In de afbeelding staan enkele voorbeelden van gereedschappen voor de installatie.
Kabelsoorten en minimale diktematen
Aansluiting
Voeding stuurkast 230 V AC
Motorvoeding 230 V AC
Knipperlicht 230 V AC
Fotocelzenders
Fotocelontvangers
Bedieningen en beveiligingen
Antenne
Encoder
Gecombineerde of CRP-aansluiting
Als de kabels een andere lengte hebben dan de in de tabel voorgeschreven lengte, bepaalt u hun doorsnede aan de hand van de eff ectieve
stroomopname door de aangesloten apparaten en volgens de voorschriften van de norm CEI EN 60204-1.
Voor seriegeschakelde belastingen op dezelfde lijn dient u de afmetingen van de kabel te bepalen aan de hand van de stroomopname en de
eff ectieve afstanden. Voor aansluiting van producten die niet in deze handleiding in aanmerking zijn genomen, geldt de documentatie die bij deze
producten zelf hoort.
INSTALLATIE
Bevestig de basis van de stuurkast met schroeven en pluggen of geschikte middelen op een beschermde plek.
Boor in de voorgevormde gaten en plaats de kabelklemmen met de ribbelbuizen voor de doorgang van de elektriciteitskabels.
Diameter voorgevormde gaten: 20 mm.
Druk de scharnieren in elkaar.
Steek de scharnieren in de behuizing (aan de rechter- of linkerkant, naar keuze) en zet ze vast met de meegeleverde schroeven en borgringen.
Klik de afdekking op de scharnieren vast. Sluit haar en zet haar vast met de meegeleverde schroeven.
Na de regelingen en instellingen zet u de afdekking vast met behulp van de meegeleverde
schroeven.
!!
Kabellengte
Kabeltype
1 < 15 m
3G x 1,5 mm
H05RN-F
4G x 1,5 mm
FROR CEI 20-22
CEI EN
50267-2-1
RG58
2402C 22AWG
UTP CAT5
Kabellengte
15 < 30 m
2
2
3G x 2,5 mm
2
2
4G x 2,5 mm
2
2 x 0,5 mm
2
2 x 0,5 mm
2
4 x 0,5 mm
2
2 x 0,5 mm
max 10 m
max 30 m
max 1000 m
ze schuiven om te
draaien
15 mm~