Figuur 36
1. Olieaftapplug
5. Als alle olie is afgetapt, kunt u de aftapplug weer
terugplaatsen.
Opmerking: Geef de afgewerkte olie af bij een
erkend recyclingcentrum.
6. Verwijder de vuldop en giet langzaam ongeveer
80% van de gespecificeerde hoeveelheid olie in het
klepdeksel.
7. Controleer het oliepeil; zie
controleren (bladz.
8. Giet langzaam extra olie bij totdat het oliepeil de
F-markering (vol) op de peilstok bereikt.
9. Plaats de vuldop terug.
Motoroliefilter vervangen
1. Laat de olie uit de motor lopen; raadpleeg
verversen (bladz.
32).
2. Plaats een ondiepe opvangbak of een doek onder het
filter om olie op te vangen.
3. Verwijder het oude filter
oppervlak van de pakking van het filtertussenstuk
schoon.
Figuur 37
1. Oliefilter
4. Vul de motor met nieuwe olie van het juiste type via de
middelste opening van het filter. Houd op met vullen
als de olie de onderkant van de schroefdraad bereikt.
5. Wacht 1 of 2 minuten zodat het filtermateriaal de olie
kan opnemen en giet daarna de overtollige olie af.
Het motoroliepeil
20).
Olie
(Figuur
37) en veeg het
6. Smeer een dun laagje schone olie op de rubberen
pakking van het nieuwe filter.
7. Plaats het nieuwe filter op het filtertussenstuk. Draai
het oliefilter rechtsom totdat de rubberen pakking
contact maakt met het filtertussenstuk. Draai het filter
vervolgens nog eens 1/2 slag.
8. Vul het carter met het juiste type nieuwe olie; zie
verversen (bladz.
Onderhoud van de bougies
Onderhoudsinterval: Om de 200 bedrijfsuren—Controleer
de bougies.
Controleer of de elektrodenafstand tussen de centrale
elektrode en de massa-elektrode correct is voordat u een
bougie monteert. Gebruik een bougiesleutel voor het
(de)monteren van de bougies en een voelermaat voor het
meten en afstellen van de elektrodenafstand. Monteer nieuwe
bougies indien dit nodig is.
Type: Champion XC12YC of gelijkwaardig.
Elektrodenafstand: 0,75 mm
Bougies verwijderen
1. Breng de armen van de lader omlaag, zet de motor af
en haal het sleuteltje uit het contact.
2. Open de motorkap.
3. Maak de kabels los van de bougies
1. Bougiekabel
4. Maak de omgeving van de bougies schoon.
5. Verwijder beide bougies en de metalen pakkingringen.
Bougies controleren
1. Bekijk de binnenkant van de bougies
de isolator lichtbruin of grijs is, werkt de motor naar
behoren. Een zwarte laag op de isolator duidt meestal
op een vuil luchtfilter.
33
32).
(Figuur
38).
Figuur 38
2. Bougie
(Figuur
Olie
39). Als