Raadpleeg
Hydraulische vloeistof verversen (bladz. 45)
informatie over de hydraulische vloeistof.
Belangrijk: Gebruik altijd de juiste hydraulische
vloeistof. Vloeistoffen voor algemeen gebruik brengen
schade toe aan het hydraulische systeem.
1. Verwijder het werktuig, indien er een is gemonteerd; zie
Een werktuig verwijderen (bladz.
2. Parkeer de machine op een horizontaal vlak, breng de
armen van de lader omlaag en trek de hydraulische
cilinder volledig in.
3. Zet de motor af, verwijder het sleuteltje en laat de
motor afkoelen.
4. Open de motorkap en verwijder het linker zijscherm.
5. Reinig de omgeving van de vulbuis van de hydraulische
tank
(Figuur
17).
6. Verwijder de dop van de vulbuis en controleer het
vloeistofpeil op de peilstok
Het vloeistofpeil moet tussen de markeringen op de
peilstok staan.
1. Dop van vulbuis
7. Als het peil te laag staat, vult u vloeistof bij tot het
correcte peil.
8. Plaats de dop terug op de vulbuis.
9. Plaats het linker zijscherm en sluit de motorkap.
De motor starten en stoppen
Motor starten
1. Controleer of de hulphydrauliekhendel zich in de
neutraalstand bevindt.
2. Beweeg de chokehendel voorwaarts naar de stand A
voordat u een koude motor start.
3. Zet de gashendel halverwege tussen L
(schildpad) en S
NEL
24).
(Figuur
17).
Figuur 17
2. Peilstok
ANGZAAM
(haas).
Opmerking: Als de motor warm of heet is, hoeft u
voor
de choke niet te gebruiken.
4. Draai het contactsleuteltje naar de stand S
het sleuteltje los zodra de motor aanslaat.
Belangrijk: Stel de startmotor telkens niet
langer dan 10 seconden in werking. Als de
motor niet wil starten, moet u na elke poging
de motor 30 seconden laten afkoelen. Indien u
deze instructies niet opvolgt, kan de startmotor
doorbranden.
5. Zodra de motor start, beweegt u de chokehendel
langzaam terug naar de stand U
of hapert, trek dan opnieuw de choke uit totdat de
motor opwarmt.
6. Zet de gashendel in de gewenste stand.
Belangrijk: Als de motor op volle toeren
draait terwijl het hydraulische systeem koud is
(bijvoorbeeld als de omgevingstemperatuur rond
of onder het vriespunt is), kan er schade aan het
hydraulische systeem ontstaan. Als u de motor
start in koude weersomstandigheden, moet u de
motor 2 tot 5 minuten halfgas laten lopen voordat
u de gashendel op Snel (haas) zet.
Opmerking: Als de buitentemperatuur onder het
vriespunt is, sla de machine dan in een garage op. Zo
blijft de machine warmer en kan deze makkelijker
starten.
Motor afzetten
1. Zet de gashendel op 3/4 in de richting van de stand
S
.
NEL
2. Laat de armen van de lader neer op de grond.
3. Draai het contactsleuteltje op Uit.
Opmerking: Als u de gashendel op minder dan
halverwege zet, blijft de motor nog 1 seconde lopen
nadat het sleuteltje naar de stand U
waardoor u voorkomt dat er een luide knal klinkt.
Opmerking: Als de motor zwaar belast is geweest
of heet is, moet u deze nog een minuut laten draaien
voordat u het contactsleuteltje naar Uit draait. De
motor kan dan afkoelen voordat u hem uitzet. In een
noodgeval kunt u de motor onmiddellijk afzetten.
De machine stoppen
Om de tractie-eenheid te stoppen, laat u de tractiebediening
los, zet u de gashendel op Langzaam (schildpad), brengt u de
AN
armen van de lader omlaag tot op de grond en zet u de motor
af. Stel de parkeerrem in werking en verwijder het sleuteltje.
21
. Laat
TART
. Als de motor afslaat
IT
is gedraaid,
IT