Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

11Ontluchtingsmodi; De Turbopomp Inschakelen - Pfeiffer Vacuum TC 80 Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

Bediening van de machine
Handmatig configureren van de ventilator
► Stel parameter [P:035], [P:036], [P:068] of [P:069] in op "0" voor continue werking van de ventila-
► Stel parameter [P:035], [P:036], [P:068] of [P:069] in op "4" voor temperatuurgestuurde werking
► Gebruik parameter [P:728] om de gewenste opstarttemperatuur voor temperatuurgestuurde werk-
Handmatig configureren van de spergasklep
1. Stel parameter [P:035], [P:036], [P:068] of [P:069] in op "5" voor spergas.
2. Schakel met behulp van parameter [P:050] een aangesloten spergasklep in of uit via de voorge-
7.2.11 Ontluchtingsmodi
De functie "pompstation" activeert de ontluchtingsmodus van de turbopomp na het uitschakelen. De sig-
naaluitvoer wordt uitgevoerd met een vaste vertraging.
De ontluchtingsmodus selecteren
1. Stel de parameter [P:012] in op "1".
2. Selecteer de ontluchtingsmodus met parameter [P:030] (3 mogelijke modi).
Vertraagde ontluchting
1. Configureer het begin en de tijd voor de ontluchting na "pompstation uit", afhankelijk van de rota-
2. Stel de parameter [P:030] in op "0".
3. Stel met parameter [P:720] de ontluchtingssnelheid in op de nominale rotatiesnelheid in %.
4. Stel met parameter [P:721] de ontluchtingssnelheid in op de nominale rotatiesnelheid in%.
De ontluchtingsklep gaat open voor de ingestelde ontluchtingstijd. In geval van een stroomuitval start de
ontluchting bij het onderschrijden van de ingestelde ontluchtingssnelheid. De ontluchtingsperiode is af-
hankelijk van de resterende energie die wordt geleverd door de draaiende rotor. Het ontluchtingsproces
stopt wanneer de stroomtoevoer is hersteld.
Geen ontluchting
In deze bedrijfsmodus is het ontluchten gedeactiveerd.
► Stel de parameter [P:030] in op "1".
Directe ontluchting
Het ontluchten start met een vertraging van 6 seconden na "pompstation uit". Wanneer de pompstation-
functie opnieuw is ingeschakeld, sluit de ontluchtingsklep automatisch. Na een stroomuitval start de ont-
luchting na het onderschrijden van een vaste en gespecificeerde typespecifieke rotatiesnelheid. Als de
stroomtoevoer is hersteld, wordt het ontluchtingsproces hervat.
► Stel de parameter [P:030] in op "2".
7.3 De turbopomp inschakelen
De parameter "pompstation" [P:010] omvat turbopompbediening met besturing van alle aangesloten
accessoires (bijv. rotatie-oliepomp).
Procedure
Na het succesvol voltooien van de zelftest, reset de elektronische aandrijfeenheid de openstaande en
gecorrigeerde foutmeldingen. De turbopomp start en alle aangesloten accessoires beginnen te werken
volgens hun configuratie.
1. Stel de parameter [P:023] in op "1".
2. Stel de parameter [P:010] in op "1".
3. Monteer geschikte aanraakbescherming tijdens de configuratie van het temperatuurbeheer
40/54
tor.
van de ventilator.
ing van de ventilator in te stellen.
– De ventilator schakelt uit als de temperatuur 5 °C lager is dan de ingestelde opstarttempera-
tuur.
configureerde uitgang.
tiesnelheid van de turbopomp.
– De parameter [P:023] schakelt de motor van de turbopomp in.
[P:058] = "1" als de vacuümpomp vrij toegankelijk is.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave