Optie
20 = drukschakelpunt 2 niet
bereikt
21 = voorvacuümklep, ver-
traagd
22 = voorpomp stand-by
Tab. 14:
7.1.3 Analoge uitgang configureren
Optie
0 = rotatiesnelheid
1 = uitgang:
2 = stroom
3 = altijd 0 V
4 = altijd 10 V
6 = drukwaarde 1
7 = drukwaarde 2
8 = voorvacuümbesturing
Tab. 15:
7.1.4 Accessoireverbindingen configureren
Procedure
► Stel de verbindingen in met de parameter [P:035], [P:036], [P:068] of [P:069].
Voor parameters [P:068] en [P:069] stelt de aandrijfeenheid de optiewaarde automatisch in als deze
een accessoire herkent aan de turbopompaansluiting.
Optie
0 = ventilator (continubedrijf)
1 = ontluchtingsklep, normaal
gesloten
2 = verwarming
3 = voorpomp
4 = ventilator (temperatuur-
gestuurd)
5 = spergas
6 = altijd "0"
Omschrijving
Besturing komt overeen met de parameters [P:732] ([P:750] <
[P:732])
+24 V DC tijdvertraagd na pompstation aan
Besturing van de stand-bymodus van de voorpomp
Parameters [P:019] en [P:024] configureren
Omschrijving
Signaal rotatiesnelheid; 0 - 10 V DC = 0 - 100% × f
Uitgangssignaal; 0 - 10 V DC = 0 - 100% × f
Stroomsignaal; 0 - 10 V DC = 0 - 100% × f
Altijd GND
Permanente uitgang 10 V DC
Signaal drukwaarde;
0 V: Fout
1 V: Onderschrijding
1,5 - 8,5 V voor sensor RPT p (hPa) = 10
1,5 - 8,5 V voor sensor IKT p (hPa) = 10
9 V: Overschrijding
Voorvacuümzijde; besturing van pompstations van Pfeiffer Vacuum
Parameter [P:055] configureren
Verbind accessoireapparaten met de TC 80
● Het gebruik van accessoires van Pfeiffer Vacuum via de elektronische aandrijfeenheid
TC 80 is mogelijk via de desbetreffende verbindingskabel of adapter op de multifunctio-
nele verbinding "X3".
● De gewenste accessoire-uitgang wordt geconfigureerd via RS-485 met behulp van dis-
play- en bedieningseenheden van Pfeiffer Vacuum of een pc.
Omschrijving
Besturing via pompstationparameters
Besturing via de parameter Ontluchting inschakelen. Bij gebruik van
een ontluchtingsklep, normaal gesloten
Besturing via de parameters Verwarming en Toerentalschakelpunt
bereikt
Besturing via de parameter Pompstation en de bedrijfsmodus van de
voorpomp
Besturing via de parameter Pompstation en de temperatuurdrempel-
waarde
Besturing via de parameters Pompstation en Spergas
GND voor de besturing van een extern apparaat
Bediening van de machine
nominaal
max
max
(U-5,5 V)
(U-10,5 V)
33/54