worden weggemaaid. In het algemeen kan het best
de voorheen gebruikte maaihoogte worden gekozen.
Als u gras van meer dan 15 cm lang gaat maaien,
kunt u het best in twee keer maaien om een goed
maairesultaat te verkrijgen.
Eén derde van de lengte van het
gras afmaaien
Aanbevolen wordt niet meer dan ongeveer één derde
van de lengte van het gras af te maaien. Meer
afmaaien wordt afgeraden, tenzij het gras dun is, of in
de late herfst, wanneer het gras langzamer groeit.
Maairichting afwisselen
Maai afwisselend in verschillende richtingen, zodat
het gras rechtop blijft staan. Dit zorgt ook voor een
betere verspreiding van het maaisel, wat de vertering
en bemesting ten goede komt.
Met de juiste regelmaat maaien
Het tempo waarmee het gras groeit, varieert per
jaargetijde. Om dezelfde maaihoogte te behouden,
moet u in het vroege voorjaar vaker maaien. Als de
groeisnelheid in de zomer afneemt, maait u minder
vaak. Als u langere tijd niet hebt kunnen maaien,
maait u eerst op een hoge maaihoogte. Maai 2 dagen
later op een lagere maaihoogte.
Een lagere maaisnelheid
gebruiken
Om de maairesultaten te verbeteren, moet u in
bepaalde omstandigheden bij een lagere rijsnelheid
maaien.
Gras niet te kort afmaaien
Wanneer u op oneffenheden maait, moet u de
maaihoogte hoger zetten om een golvend gazon te
voorkomen.
De machine stoppen
Als u de machine tijdens het maaien moet stoppen,
kan er een kluit maaisel op uw gazon achterblijven.
Om dit te voorkomen kunt u naar een reeds gemaaid
oppervlak gaan met de messen ingeschakeld, of u
kunt het maaidek uitschakelen terwijl u vooruitgaat.
Onderkant van het maaidek
schoonhouden
Verwijder na elk gebruik maaisel en vuil van de
onderkant van het maaidek. Als zich gras en vuil in
het maaidek ophopen, leidt dat uiteindelijk tot een
onbevredigend maairesultaat.
Onderhoud van de maaimessen
Zorg gedurende het hele maaiseizoen voor een
scherp maaimes. Een scherp mes snijdt het gras
goed af zonder het te scheuren of te kwetsen.
Door scheuren en kwetsen wordt het gras bruin
aan de randen, waardoor het langzamer groeit en
gevoeliger is voor ziekten. Controleer na elk gebruik
of de maaimessen scherp zijn en of ze versleten of
beschadigd zijn. Vijl regelmatig kerven en inkepingen
weg en slijp de messen indien dit nodig is. Als een
mes beschadigd of versleten is, moet u dit onmiddellijk
vervangen door een origineel Toro mes.
Na gebruik
Veiligheid na het werk
Algemene veiligheid
•
Parkeer de machine op een horizontaal vlak,
stel de parkeerrem in werking, zet de motor af,
verwijder het contactsleuteltje en wacht totdat alle
bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen
voordat u de machine verlaat.
•
Verwijder gras en vuil van de maaidekken,
de aandrijvingen, de geluiddempers, de
koelschermen en de motor om brand te
voorkomen. Veeg gemorste olie en brandstof op.
•
Zorg ervoor dat de brandstofafsluitklep is gesloten
als u de machine stalt of transporteert.
•
Schakel de aandrijving van het werktuig uit als u
de machine transporteert of niet gebruikt.
•
Laat de motor afkoelen voordat u de machine in
een afgesloten ruimte stalt.
•
Onderhoud en reinig de veiligheidsgordel(s) indien
nodig.
•
Stal de machine of het brandstofvat nooit in de
buurt van een open vuur, vonken of een waakvlam
zoals die van een boiler of een ander apparaat.
De brandstofafsluitklep
gebruiken
Sluit de brandstofafsluitklep tijdens transport,
onderhoud en opslag
Controleer of de brandstofafsluitklep geopend is als u
de motor start.
29
(Figuur
33).