Figuur 16
1. Veilige zone – Gebruik
de machine in deze zone
op hellingen van minder
dan 15 graden of vlakke
gebieden.
2. Gevarenzone – Gebruik
een loopmaaier en/of een
handtrimmer op hellingen
van meer dan 15 graden
en in de buurt van steile
hellingen of water.
3. Water
Plaatsnemen in de
bestuurderspositie
Gebruik het maaidek als opstapje om de
bestuurderspositie te bereiken
Figuur 17
g221745
4. W = breedte van de
machine
5. Houd een veilige afstand
(tweemaal de breedte
van de machine)
tussen de machine en
landschapselementen die
gevaarlijk kunnen zijn.
(Figuur
17).
g029797
Parkeerrem gebruiken
Stel de parkeerrem altijd in werking wanneer u de
machine stopt of deze onbeheerd achterlaat.
De handrem inschakelen
Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak.
22
Figuur 18
g036754