4. Als de gegevens beïnvloed zijn door de aanwezigheid van regen zal de software de gebruiker
vragen of een filter moet toegepast worden om de valse detecties te verwijderen, zoals
aangeduid op Scherm 15.
5. De software vraagt vervolgens of u de gegevens wilt verwerken.
6. Als er meer dan één meetcampagne met verschillende namen wordt gedetecteerd, vraagt de
radar om welke locatienaam te gebruiken.
Scherm 14: opname van de metingen
Scherm 15: regenfilterwaarschuwing
Scherm 16: kies de naam van de meetcampagne
28