Inhoudsopgave
Advertenties
•
Licht bergafwaarts: -3%
•
Matig bergafwaarts: -6%
•
Sterk bergafwaarts: -9%
5.2.5 S
4/5:
TAP
OPSTELLINGSPARAMETERS
: Geef aan de afstand tussen de mast en het midden van de voertuigassen. Voor bi-directionele
metingen is dit de afstand tussen de mast en het midden van de weg (Zie boven, Figuur 2).
: Geef aan de hoogte van de radaropstelling
Met behulp van deze informatie berekent de software de meethoek en het meetbereik. De software
stuurt de informatie naar de radar om de helling van de antenne automatisch aan te passen.
De berekening is gebaseerd op een hoek van 90 ° tussen de mast en de weg. Als de mast leunend is
of de weg hellend is, gebruik dan de functie "helling van de rijbaan" zoals aangeduid in sectie 5.2.4.
: indien, ondanks de accuraatheid van de parameters, de lengtes in één of beide richtingen niet
juist zijn, kunt u deze twee velden gebruiken om een constante correctie toe te passen. De
ingevoerde waarden worden opgeteld (+x,x m) of afgetrokken (-x,x m) van de door de radar
verzonden lengtes.
LENGTEMETING EN CORRECTIE
Gelieve er rekening mee te houden dat de nauwkeurigheid van de radar op de
lengteberekening +/- 1 m bedraagt. De nauwkeurigheid van de lengtemeting is gerelateerd
aan:
- de zijdelingse positie van het voertuig op de weg (naargelang het iets verder naar links of
iets verder naar rechts rijdt, kan hetzelfde voertuig met verschillende lengtes gemeten
worden)
- de helling van de weg of de helling van de paal. De berekeningen zijn gebaseerd op een
hoek van 90° tussen de paal en de weg (zie Scherm 8)
3
1
Scherm 9: opstellingsparameters van de radar
24
2
Advertenties
Inhoudsopgave
