schieten
● De camera heeft tijd nodig om in te schakelen:
Er is meer tijd nodig om bestanden te vinden als de geheugenkaart grote aantallen bestanden of
mappen bevat.
● De sluiter kan niet worden ontspannen:
Is er een geheugenkaart geplaatst en zo ja, is er ruimte beschikbaar?
Als u modus S hebt geselecteerd na het selecteren van een sluitertijd van " Bulb " of " Tijd " in
modus M , kies dan een andere sluitertijd.
Is [ Vrijgave vergrendeld ] geselecteerd voor [ Slot leeg vrijgave vergrendeling ] in het
instellingenmenu?
● Burst-opnamen zijn niet beschikbaar:
Burst-opnamen kunnen niet worden gebruikt in combinatie met HDR.
● Foto's zijn onscherp:
Staat de camera in de handmatige scherpstelstand? Selecteer AF‑S , AF‑C of AF‑F voor
scherpstelmodus om autofocus in te schakelen.
De camera kan mogelijk niet scherpstellen als:
-
het onderwerp bevat lijnen evenwijdig aan de lange rand van het beeld,
-
het onderwerp mist contrast,
-
het onderwerp in het scherpstelpunt bevat gebieden met sterk contrasterende helderheid,
-
het focuspunt omvat nachtelijke spotverlichting of een neonreclame of een andere lichtbron
die in helderheid verandert,
-
flikkering of strepen verschijnen onder fluorescerende, kwikdamp-, natriumdamp- of
soortgelijke verlichting,
-
een kruisfilter (ster) of een ander speciaal filter wordt gebruikt,
-
het onderwerp lijkt kleiner dan het scherpstelpunt, of
-
het onderwerp wordt gedomineerd door regelmatige geometrische patronen (bijvoorbeeld
jaloezieën of een rij ramen in een wolkenkrabber).
In scherpstelmodus AF‑C kan het scherpstelpunt knipperen terwijl de ontspanknop half wordt
ingedrukt of de AF-ON- knop wordt ingedrukt, wat aangeeft dat de camera niet langer kan
scherpstellen. De scherpstelling kan worden hervat door de knop los te laten en vervolgens
opnieuw in te drukken.
828
Problemen en oplossingen