3
Fijnafstelling van de witbalans.
Nadat u een kleurtemperatuur heeft gekozen, drukt u op de
W ( Q )-knop om opties voor fijnafstelling weer te geven.
Gebruik de multi-selector om de cursor op het raster te
plaatsen.
De cursor kan langs beide assen maximaal zes stappen
vanuit het midden worden verplaatst. De geselecteerde
waarde wordt rechts van het raster weergegeven.
De as A (oranje)–B (blauw) komt overeen met de
kleurtemperatuur en wordt bepaald in stappen van 0,5. Een
verandering van 1 komt overeen met ongeveer 5 mired.
De as G (groen)–M (magenta) heeft effecten die
vergelijkbaar zijn met kleurcompensatiefilters en wordt
bepaald in stappen van 0,25. Een verandering van 1 komt
overeen met ongeveer 0,05 diffuse dichtheidseenheden.
4
Wijzigingen opslaan.
Druk op J om wijzigingen op te slaan en naar de menu's te gaan.
Als de kleurtemperatuur nauwkeurig is afgesteld, verschijnt
er een asterisk (" U ") in het witbalanspictogram.
157
Witbalans