12
Voltooi het koppelingsproces.
Wanneer de camera een bericht weergeeft dat het koppelen
is voltooid, drukt u op J .
Klik in de Wireless Transmitter Utility op [ Volgende ]; u
wordt gevraagd een bestemmingsmap te kiezen. Raadpleeg
voor meer informatie de online help voor de Wireless
Transmitter Utility .
Er wordt een draadloze verbinding tot stand gebracht tussen de camera en de computer
wanneer het koppelen is voltooid.
13
Controleer de verbinding.
Wanneer een verbinding tot stand is gebracht, wordt
de profielnaam groen weergegeven in het cameramenu
[ Verbinden met computer ].
Er is nu een draadloze verbinding tot stand gebracht tussen de camera en de computer.
Foto's die met de camera zijn gemaakt, kunnen naar de computer worden geüpload zoals
beschreven onder "Foto's uploaden" (
de camera is aangesloten op een computer of FTP-server".
Zie voor informatie over het besturen van de camera vanaf een computer met behulp van
Camera Control Pro 2 of NX Tether het gedeelte over "Camerabediening" (
hoofdstuk getiteld "Wat u kunt doen als de camera is aangesloten op een computer of FTP
Server".
370
) in het hoofdstuk getiteld "Wat u kunt doen als
0
335
Computers: verbinding maken via draadloos LAN
376
) in het
0