3
Maak uw opname.
o
o
2560 1920
2560
Opmerking
Druk de ontspanknop vooral rustig in. Drukt u te wild op de ontspanknop, dan zal
de camera bewegen en worden de opnamen wazig (bewegingsonscherpte).
Open nooit het deksel van het batterijcompartiment / kaarsleuf, haal nooit de
batterij uit de camera en koppel ook niet de lichtnetadapter af terwijl de indicatie-
LED op de camera rood knippert. Doet u dat toch, dan kunnen de opgeslagen
beelden verloren gaan of is het mogelijk dat een zojuist gemaakte opname niet
wordt opgeslagen.
De gefotografeerde beelden blijven opgeslagen op het kaartje, onverschillig of u de
camera uitschakelt of dat u de batterij eruit haalt of verwisselt.
Fotografeert u bij sterk tegenlicht, dan is het mogelijk dat het beeldvlak in de
schaduw gekleurd wordt weergegeven.
Geheugenindicator
Telkens wanneer u de ontspanknop indrukt, licht in de monitor de geheugen-
indicator op. De camera is dan bezig het zojuist gefotografeerde beeld op te slaan
op het kaartje. Afhankelijk van het aantal opnamen dat de camera moet opslaan
verandert de status van de geheugenindicator in de hieronder afgebeelde
volgorde. De geheugenindicator werkt niet tijdens het opslaan van videobeelden.
Fotograferen
a
Vóór de opname
(Indicator is
gedoofd)
b
30 30
1920
Geheugenindicator
Fotograferen
b
Eén opname
gemaakt
opnamen gemaakt.
(Brandt)
Druk de ontspanknop helemaal
in.
De indicatie-LED op de camera
knippert rood ten teken dat het
beeld wordt opgeslagen op het
kaartje.
Fotograferen
c
Wachten
Twee of meer
(Alle segmenten lichten op).
(Brandt)
Voordat u de volgende
opname kunt maken moet u
wachten tot de indicator
weer gedoofd is.
FOTOGRAFEREN
d
Maximale aantal
opnamen bereikt.
19
NL