2.2 Algemene instructies
n
Er moet een voedingsleiding naar de binnen-
unit worden aangelegd.
n
De binnenunit HTS 90 heeft een 1-fasige voe-
dingsspanning nodig van 230 V / 1~/50 Hz en
de binnenunits HTS 130/200/260 hebben een
3-fasige voedingsspanning nodig van 400 V /
3~/50 Hz.
n
De elektrische verbinding tussen de buiten- en
binnenunit gebeurt met meerdere afge-
schermde besturingskabels (zie hoofdstuk
"Overzicht van de elektrische verbindingslei-
dingen".)
n
In het hoofdstuk "Aansluitschema" in deze
handleiding bevindt zich het aansluitschema
evenals de betreffende elektrische schema's.
n
Als er een bijverwarming nodig is in de indoor-
module moet voor een elektrische hulpverwar-
ming nog een driefasen 400 V / 3~/50 Hz voe-
dingsspanning naar de binnenunit worden
voorzien.
De voedingsspanning van de binnenunit mag
n
bij een spertijd via de energieleverancier niet
worden uitgeschakeld (vorstbeveiliging).
De Smart Control heeft informatie nodig van
n
het energiebedrijf of een vrijgave of spertijd is
ingeschakeld (contact S16). Hiervoor moet
vanuit de gebruiker een schakelbaar contact
ter beschikking worden gesteld. (Contact
gesloten betekent vrijgave, contact open bete-
kent spertijd).
n
Voor het gebruik van warmtepompen worden
door het energiebedrijf (EB) wellicht speciale
tarieven aangeboden.
n
Informeer bij het plaatselijke energiebedrijf
welke mogelijkheden er zijn.
GEVAAR!
De elektrische installatie moet door een gespe-
cialiseerd bedrijf worden uitgevoerd!
WAARSCHUWING!
Volg te allen tijde de geldende voorschriften
(VDE) en de bepalingen van de TAB 2007 op.
De omvang en het soort beveiliging staan in de
technische gegevens vermeld.
WAARSCHUWING!
Alle leidingdiameters dienen volgens VDE 0100
te worden gekozen. Let hierbij vooral op de
lengte van de leidingen en de installatiewijze.
De gegevens in het aansluitschema en in het
systeemoverzicht zijn slechts één toegelaten
installatiemogelijkheid in een standaardsituatie!
AANWIJZING!
De elektrische aansluiting van de apparaten
moet worden uitgevoerd volgens de plaatselijke
voorschriften op een bijzonder voedingspunt
met aardlekschakelaar en moet daarom door
een elektricien worden.
Controleer of alle elektrische stekker- en klem-
verbindingen goed vastzitten en goed contact
maken, eventueel aandraaien.
9