Inhoudsopgave
Advertenties
3.5
STORING EN OORZAAK
AANWIJZING
Schakel de apparatuur uit als er storingen optreden. Neem onmiddellijk contact op met uw leverancier of de
fabrikant.
WAARSCHUWING
Gevaar door werkzaamheden aan / hanteren van de apparatuur
Bij sommige controles kan een hoog risico (elektrische schok, enz.) optreden. Voor deze werkzaamheden moet
geschoold, geautoriseerd vakpersoneel worden ingezet!
Controleer de onderstaande punten of neem contact op met uw leverancier of dealer als het probleem hiermee niet is opgelost.
DEFECT
De apparatuur werkt niet.
Verlichting werkt niet.
De producten bereiken niet de
gewenste temperatuur.
Condensatie op de glazen.
AANWIJZING
De fabrikant is niet aansprakelijk voor verlies van producten, zelfs niet als de apparatuur nog onder de garantie valt.
Het wordt aanbevolen om de temperatuur van de apparatuur elke zes maanden technisch te controleren.
OORZAAK
Stroomvoorziening onderbroken.
Geen spanning op het stopcontact.
Elektronica verkeerd ingesteld of display
donker.
LED-verlichting niet ingeschakeld.
Verlichting of leidingaansluiting defect
Verdamperschaal incorrect geplaatst.
Te veel/te warme levensmiddelen.
Temperatuur op het display wijkt af van de
gemeten temperatuur.
Ventilatie en ontluchting onvoldoende.
Omgevingstemperatuur in de ruimte te hoog
(boven 25 °C).
Tocht van buiten verstoort de circulatie van
koude lucht (voornamelijk bij open
apparatuur).
Condensator vervuild.
Storing koelaggregaat koelcomponenten,
koelcircuit defect.
Te hoge omgevingstemperatuur / te hoge
luchtvochtigheid.
Aangrenzende apparatuur geeft warmte af.
Technische wijzigingen voorbehouden / Geldig vanaf januari 2024
OPLOSSING
Plaats van de randaardestekker (voor contactdoos en
besturing) controleren.
Controleer of de zekeringen (van schakelcircuit) intact
zijn.
Neem contact op met een geautoriseerde
onderhoudsspecialist/support.
Verlichting inschakelen (zie hoofdstuk 3,2).
Neem contact op met een geautoriseerde
onderhoudsspecialist/support.
Verdamperschaal zoals in hoofdstuk 4.1.4 correct
plaatsen.
Producten voorkoelen (zie hoofdstuk 1.12)
Neem contact op met een geautoriseerde
onderhoudsspecialist/support (sensorafstelling
noodzakelijk, hoofdstuk 3.3.1).
Ventilatie en ontluchting zoals in hoofdstuk 2.7
garanderen. Indien noodzakelijk contact opnemen met
een geautoriseerde onderhoudsspecialist/support.
Stel de airconditioning van de ruimte af (zie hoofdstuk
1.8).
Opstellingslocatie zonder sterke tocht, instructies
volgens hoofdstuk 1.8 opvolgen.
Reiniging van de condensator/condensor (zie
hoofdstuk 4.1.3).
Neem contact op met een geautoriseerde
onderhoudsspecialist/support.
+25 °C omgevingstemperatuur en 60% relatieve
luchtvochtigheid niet overschrijden – Tip: indien
mogelijk, airconditioning inschakelen!
Inbouwsituatie controleren. Indien noodzakelijk contact
opnemen met een geautoriseerde
onderhoudsspecialist/support.
35
Advertenties
Inhoudsopgave
