2.3.2 KOELTECHNISCHE INFORMATIE
Alle koelapparaten met stille koeling zijn met contactbuizen (koelleidingen) uitgerust. Deze leidingen zijn in de binnenwand
van de koelbakken / koelplaat aangebracht. De aansluitbuizen zijn door de geschuimde koelbakken naar onder geleid, alle
leidingen zijn gemonteerd en geïsoleerd.
WAARSCHUWING
Diverse gevaren bij het afvoeren van koelmiddelen
Draag bij het afvoeren van koelmiddel (propaan, R404A, R134A etc.) veiligheidshandschoenen en een
veiligheidsbril. Bij het afvoeren van het koelmiddel is het verboden om met open vuur te werken. Voer het koelmiddel
op correcte wijze en milieuvriendelijk af. Houd rekening met de landspecifieke wetgeving.
WAARSCHUWING
Diverse gevaren bij het afvoeren van beschadigde onderdelen/componenten
Draag beschermende handschoenen bij het afvoeren van beschadigde onderdelen/componenten. Voer
beschadigde onderdelen/componenten op de juiste manier en milieuvriendelijk af. Houd rekening met de
landspecifieke wetgeving.
Bedrijfsklare apparatuur (stekkerklaar)
Bij stekkerklare (bedrijfsklare) apparatuur zijn de leidingen vast verbonden met het koelaggregaat en is het koelcircuit gevuld
met koelmiddel. Vitrines met expansieklep (centraal gekoeld) en die van een bepaalde grootte hebben een kijkglas met
vochtindicator (voor controle in geval van service), deze bevindt zich aan de zijkant van de condensator. Bij stekkerklare
apparatuur met koelmiddel propaan (R290) is geen kijkglas aanwezig.
Centraal gekoelde apparatuur (niet stekkerklaar)
Centraal gekoelde apparatuur is bedoeld voor de lokale aansluiting op een composietkoelsysteem. De koperen aansluitbuizen
zijn geïsoleerd en door de geschuimde koelbakken naar onder geleid. De koelleidingen zijn uitgerust met een expansieklep
voor het gewenste koelmiddel en gevuld met droge stikstof.
VOORZICHTIG
Schade aan expansieklep
Stoomcomponenten voor de expansieklep moeten worden vermeden.
AANWIJZING
Magneetkleppen, filterdrogers en eventueel zuigdrukregelaars moeten ter plaatse (door vakkundig personeel)
worden geïnstalleerd.
Aansluitwerkzaamheden
Alle werkzaamheden, installaties, leveringen en diensten mogen alleen door bedrijven resp. vakpersoneel gespecialiseerd in
koeltechniek worden uitgevoerd. De stand van de techniek, de relevante wettelijke bepalingen, voorschriften en richtlijnen van
autoriteiten, vakverenigingen en beroepsverenigingen moeten worden opgevolgd. De geïnstalleerde koelinstallatie moet in
bedrijf worden genomen en er moet een functie- en veiligheidstest worden uitgevoerd. Het protocol moet aan de exploitant
worden overgedragen.
AANWIJZING
Apparatuur zonder eigen koeleenheid mag uitsluitend door geautoriseerd personeel, gespecialiseerd in
koeltechniek, worden geïnstalleerd.
Technische wijzigingen voorbehouden / Geldig vanaf januari 2024 23