Toepasselijk gebruik
De apparaten dienen al naar
gelang de uitvoering en uitrusting
uitsluitend te worden toegepast
als airconditioning om het
bedrijfsmedium lucht binnen een
gesloten ruimte op te warmen of af
te koelen.
Ander of verdergaand gebruik geldt
als niet toepasselijk gebruik. Voor
de hieruit voortvloeiende schade
is de fabrikant / leverancier van
de machine niet aansprakelijk. Het
risico wordt uitsluitend door de
gebruiker gedragen.
Bij het toepasselijk gebruik
hoort ook het inachtnemen van
de bedienings- en installatie-
instructies en het nakomen van de
onderhoudsbepalingen.
Transport en
verpakking
De apparaten worden in een
stevige transportverpakking
geleverd. Controleer het apparaat
direct bij de levering en noteer
eventuele schade of ontbrekende
onderdelen op de pakbon en
informeer de transporteur en uw
leverancier.
Bij klachten achteraf wordt geen
garantie verleend.
Beschrijving van het
apparaat
De binnenunit van de combi-
airconditioning in split-uitvoering
dient voor het opnemen van de uit
de te koelen ruimte opgenomen
warmte. De buitenunit geeft
deze warmte weer af aan de
buitenlucht.
Bij apparaten voor het koelen
en verwarmen kan tijdens
verwarmingsbedrijf via de
binnenunit de door het buitendeel
opgenomen warmte worden
afgegeven in de te verwarmen
ruimte.
Het apparaat is ontworpen voor
gebruik binnen, bovenaan de
wand. De bediening gebeurt via
een infrarood-afstandsbediening.
De binnenunit bestaat uit een
verdamper in lamellenuitvoering,
verdamperventilator, regeling en
condensopvangbak. De binnenunit
is te combineren met REMKO
buitenunits uit de serie MVT
600/900/950/1050 DC met de
juiste koelcapaciteit. De besturing
van de buitenunit gebeurt via de
regeling van de binnenunit.
Als toebehoren zijn condens-
pompen leverbaar.
Schema koudekringloop binnenunit
Verdamper
Verdamperventilator
Aansluiting
zuigleiding
Aansluiting
Inspuitleiding
Systeemopbouw
Binnenunit
Binnenunit
Condensleiding
Buitenunit
Zuigleiding
Stuurleiding
Buitenunit
Inspuitleiding
Condensorventilator
Condensleiding
De verbinding tussen binnenunit en
buitenunit wordt tot stand gebracht
met koudemiddelleidingen.
Netaansluiting
Afsluitklep
5