Condensaansluiting
5
Min. 2% verval
De condensslang is vanaf de
fabriek voorzien voor aansluiting
op de linker- of de rechterzijde
(vooraanzicht).
Gecontroleerde afvoer bij lekken
Regionale voorschriften of
wetten betreffende het milieu,
bijv. wetgeving betreffende
de waterhuishouding (WHG),
kunnen bepalingen bevatten dat
ongecontroleerde afvoer bij lekken
voorkomen dient te worden, zodat
uittredende koelmachineolie of
potentieel gevaarlijke koelmiddelen
veilig afgevoerd kunnen worden.
6
Aansluiten van het apparaat
Stuurleiding
van buitenunit
Afdekking
Klemmenstrook
Trekontlasting
Stuurleiding
Elektrische aansluiting
Voor de apparaten moeten een
netvoeding worden aangesloten op
de binnenunit en een vieraderige
stuurleiding worden geïnstalleerd
naar de buitenunit, deze moeten
voldoende afgezekerd zijn.
LET OP!
Het elektrische installeren moet
gebeuren door een gespecialiseerd
bedrijf. De montage van de
elektrische aansluiting moet
spanningsloos gebeuren.
We adviseren lokaal in de
■
buurt van het apparaat een
hoofd- / reparatieschakelaar te
installeren.
De klemmenstroken van de
■
aansluitingen bevinden zich op
de achterzijde van het apparaat.
Na het installeren kunnen
metingen na het verwijderen
van de afdekking, aan de
voorzijde gebeuren.
Wordt bij het apparaat een
■
als accessoire verkrijgbare
condenspomp gebruikt,
is bij het gebruik van het
uitschakelcontact van de
pomp evt. een extra relais
Afdekking
voor het verhogen van het
schakelvermogen en het
uitschakelen van de compressor
noodzakelijk.
In de leveromvang van het
apparaat bevindt zich een vijf meter
lange, vieraderige stuurleiding voor
het verbinden van de binnenunit
met de buitenunit. Binnenin de
stuurleiding naar de buitenunit
bevindt zich een dataleiding,
die zorgt voor de communicatie
tussen binnen- en buitenunit.
Via deze leiding wordt het de
capaciteit van de koel- resp.
verwarmingscapaciteit geregeld en
storingsmeldingen doorgegeven
aan de binnenunit.
Mocht deze lengte niet voldoende
zijn, kan de stuurleiding bij de
binnenunit verlengd worden.
Voer de aansluiting uit op de
volgende manier:
1. Open het aanzuigrooster.
2. Maak de afdekkingen aan de
rechterzijde los (afbeelding 6).
3. Maak de stuurleiding op het
klemmenblok los en verwijder
de stuurleiding.
4. Sluit de in de bouw verlegde
stuurleiding aan op de klemmen
(zie elektrisch aansluitschema
p. 20).
5. Verbind de in de bouw verlegde
stuurleiding vakkundig met de
meegeleverde stuurleiding.
6. Steek de stekker van de
stuurleiding aan op de
betreffende stekkeraansluiting in
de buitenunit.
7. Bouw het apparaat weer samen.
21