Inhoudsopgave
Advertenties
9.2. Bijvullen van brandstof
Ter info: De brandstoftank is uitgerust met een sensor die het brandstofpeil
controleert. Als het brandstofpeil het reserveniveau bereikt, gaat er op de elek-
trische doos onder de trechter een rood led-lampje branden.
Ter info: De benzinetank heeft een inhoud van 11 l.
Wanneer er onvoldoende brandstof in de machine is, moet deze bijgevuld worden. Het is aan te
raden om steeds verse brandstof van de pomp te gebruiken (zie § 17.1, pag. 82)
Wij raden aan om bij voorkeur brandstof van het type E5 of met octaangetal 95 te gebruiken.
Het gebruik van andere brandstoffen is verboden. (Lees de motorhandleiding).
Waarschuwing: Benzine is onder bepaalde omstandigheden uitermate brand-
baar en explosief. Brand en explosie van benzine kunnen ernstige brandwonden
of schade aan eigendommen veroorzaken.
• De brandstof mag nooit worden bijgevuld terwijl de motor draait. Laat de motor steeds enkele
minuten afkoelen alvorens brandstof bij te vullen.
• Gebruik enkel verse brandstof.
• Meng nooit olie in de benzine.
• Gezien de beperkte houdbaarheid van benzine, raadt ELIET aan kleine hoeveelheden aan te kopen.
• Bewaar de brandstof in een goedgekeurde tank. Hou deze buiten het bereik van kinderen.
• Bewaar de benzine in een goed geventileerde ruimte, weg van vuur, vonken of warmtebronnen.
• Vul nooit brandstof bij op de plaats waar later gewerkt moet worden. Blijf voor het vullen
minstens 10 m van de gekozen werkplek. Dit om eventueel brandgevaar te voorkomen.
• Maak de omgeving van de brandstoftankdop (1)
schoon en verwijder hem. Doe de tank niet helemaal
vol. Vul bij tot de brandstof ongeveer 50 mm van
de bovenrand komt. Vul de tank dus niet tot in de
opening ervan.
• Gebruik voor het bijvullen van de brandstof steeds
een schone trechter of tuit met filter om te voor-
komen dat er vuiligheid in de tank terechtkomen.
Aangepaste trechters zijn te verkrijgen bij uw ELIET
verdeler.
1
27
Advertenties
Inhoudsopgave
