9.
Handleiding
9.1.
Voorafgaande controles
Let op: alvorens het werk aan te vangen, neemt men best de gewoonte steeds
de volgende punten te controleren:
Checklist
1.
Controleer of er voldoende olie in de motor is. (zie § 11.4.1, pag. 56)
2. Controleer of de brandstoftank voldoende gevuld is. Vul brandstof bij wanneer dit niet het ge-
val is. Houd rekening met een gemiddeld verbruik van ongeveer 2,5 l/u. (zie § 9.2, pag. 27)
3. Controleer of de luchtfilter niet te sterk vervuild is. (zie § 11.4.3, pag. 57)
4. Ga na of de messen nog in goede staat zijn en goed vast zitten in de meshouders. Als de mes-
sen moeten worden geslepen, moet dit vooraf worden gedaan. (zie § 11.5.2, pag. 62)
Als u scheuren of breuken in een mes of op de messenas vaststelt, dan moeten die onmiddel-
lijk vervangen worden. (zie § 11.5.3.2, pag. 67) Trek ter controle de bouten van de messen
even aan.
5. Controleer de riemspanning. Als die niet meer voldoende hoog is, moet de riem opnieuw
worden aangespannen. (zie § 11.5.4, pag. 69)
6. Controleer of alle veiligheidsvoorzieningen op de machine nog functioneel zijn.
(zie § 7.2, pag. 18)
Zijn deze punten gecontroleerd en goedgekeurd, dan kan men de werkplek inrichten
(zie § 9.3, pag. 28) en met de machine naar het werkterrein rijden.
7.
Controle van de bandenspanning:
• Zwenkwielen: 1,5 bar
• Aandrijfwielen: 1,5 bar
Regel indien nodig de druk bij.
26