Tweede Editie - Eerste Herdruk
PARKEREN EN BUITEN DIENST STELLEN
Korte haltes
Bij het einde van iedere werkdag, elke werkbeurt of,
in ieder geval tijdens de nachtrust, de wagen op een
veilige wijze parkeren.
De nodige voorzorgen nemen om risico's te
voorkomen aan personen die in de nabijheid van de
stilstaande wagen kunnen komen:
•
De machine parkeren op een plaats waar hij niets
in de wegstaat.
•
De eindwerktuig-arm op de grond plaatsen.
•
De parkeerrem inschakelen.
•
De sleutel uit de startomschakelaar
en de cabine deur op slot
ATTENTIE
Als de batterij ingeschakeld blijft kunnen
kortsluitingen plaatshebben met
Code 57.0009.0442
verwijderen
doen.
brandgevaar.
GTH-2506 - AGRI-625
Transport Van De Machine
Lange haltes
Wanneer men de wagen moet parkeren voor langere
periodes is het aan te raden, behalve de genoemde
richtlijnen voor korte haltes, ook de volgende regels
te volgen:
•
Wagen goed schoonmaken. Om dit goed te doen,
roosters en protectiekoffer losmaken.
•
Na het wassen, alle delen goed drogen met
luchtstraal.
•
Wagen compleet invetten.
•
Eventuele versleten onderdelen vervangen.
•
Eventuele versleten delen herschilderen.
•
Accu losmaken, polen met vaseline insmeren en
op een droge plaats wegzetten. Regelmatig het
ladingsniveau nakijken.
•
Tank met brandstof vullen om oxydatie van
tankwanden te voorkomen.
•
Wagen op een overdekte en geventileerde plaats
zetten.
•
Iedere maand, motor ongeveer 10 minuten laten
draaien.
•
Bij zeer streng klimaat, radiateur leegmaken.
ATTENTIE
Ook tijdens lange stilstand periodes moet
de regelmatige onderhoudsbeurt uitgevoerd
worden, met bijzondere aandacht aan alle
vloeistoffen verslijtbare delen. In ieder geval,
alvorens de wagen weer in dienst te zetten,
een buitengewone onderhoudsbeurt uitvoeren
met speciale aandacht voor alle mechanische,
hydraulische en elektrische delen.
Bedienings Handleiding
63