Tweede Editie - Eerste Herdruk
MOTOR STARTEN
Voor het starten bij lage temperaturen zie paragraaf
"Motor starten met lage temperaturen".
• De parkeerrem inschakelen.
• Plaats de vooruit/achteruit versnellingshendel op
neutraal.
• Druk op het gaspedaal.
• Zet de motor aan door de
schakelaar op stand
en los te laten zo gauw de motor
aanslaat. Indien, na ongeveer
20 seconden, de motor niet
aangaat, sleutel loslaten en
ongeveer 2 minuten wachten
alvorens opnieuw te proberen.
• Als de motor aan is, de toeren
op minimaal brengen en enkele
minuten wachten alvorens de
versnelling in te schakelen, zodat de motorolie
progressief op de juiste temperatuur komt om
efficiënt te werken.
• Indien de motor aangezet wordt met buitenhulp,
verbindingskabels weghalen (zie volgend
hoofdstuk).
ATTENTIE
Indien de lichtwijzers niet aan of uit gaan
wanneer de motor draait, deze dadelijk stil zetten
en oorzaak van het niet werken opzoeken.
GEVAAR
Nadat de motor gestart is en de bedieningsplaats
wordt verlaten blijft de motor draaien. NOOIT
DE BEDIENINGSPLAATS VERLATEN ZONDER
DE MOTOR UIT TE ZETTEN, DE ARM OMLAAG
TE DOEN, DE STUURKOLOM OP NEUTRAAL
TE ZETTEN EN DE PARKEERREM IN TE
SCHAKELEN.
Code 57.0009.0442
0
2
te draaien
GTH-2506 - AGRI-625
Gebruiksaanwijzing
De motor kan niet gestart worden als de
stuurkolom bediening niet neutraal is.
MOTOR STARTEN MET BUITENBRON
1
ATTENTIE
2
De machine niet starten door middel van de snelle
activeringen om de elektronische kaarten niet te
beschadigen.
Wanneer de motor aangedraaid wordt door
middel van een externe voedingsbron, gekoppeld
aan de accu van een andere wagen, zorgen dat
beide wagens niet met elkaar in contact komen
om vonken te vermijden. De accu's brengen een
ontvlambaar gas voort, dat met vonken in brand
kan schieten en dus de ontploffing van de accu
zelf met zich zou meebrengen.
Niet roken tijdens de controle van het elektrolyse.
Alle metalen voorwerpen zoals gespen,
horlogeriempjes e.d. ver van de positieve (+) kabel
van de accu houden want dit zou kortsluiting
kunnen veroorzaken en vervolgens kan de
operator brandwonden oplopen.
De noodaccu moet dezelfde nominale druk en
inhoudsvermogen hebben als de accu van de
hoogwerker.
Voor het aanzetten van de motor met externe
bron:
•
Alle eventuele apparaten uitschakelen door
middel van de juiste bedieningshendels.
•
Versnellingshendel op neutraal plaatsen en
parkeerrem inschakelen.
•
Nagaan of de te helpen accu A wel aangesloten
is, dat de doppen vastgedraaid zijn, dat het
elektrolyse niveau juist is.
Bedienings Handleiding
GEVAAR
51