De reinigingsintervallen moeten aan de omstandigheden ter plaatse
worden aangepast. Eventueel moet vaker worden gereinigd. Na het
stookseizoen moeten altijd alle componenten worden gereinigd.
De reiniging van de waterwarmtewisselaar wordt uitgevoerd door de
geïntegreerde reinigingsopening. Open hiervoor de bovenste deur van de
bekleding, verwijder de vleugelmoeren en neem het deksel af. De
oppervlakken van de warmtewisselaar zijn nu vrijgelegd en kunnen met de
meegeleverde reinigingsborstel worden schoongemaakt.
De montage vindt in omgekeerde volgorde plaats. Eerst het deksel op de
reinigingsopening plaatsen en met de vleugelmoeren weer bevestigen.
5.4. Schoorsteenbrand
Bij het verbranden van hout (met name naaldhout) springen regelmatig
vonken vanuit de haard in de schoorsteen. Hierdoor zou de roetlaag in de
schoorsteen in brand kunnen vliegen (bij regelmatige reiniging door de
schoorsteenveger komt dit zelden voor). Dat de schoorsteen brandt, is te
herkennen aan de vlammen die uit de schoorsteen komen, aan een grote
hoeveelheid vonken, aan rook- en geuroverlast en aan de steeds warmer
wordende schoorsteenmuren.
Het is in een dergelijk geval belangrijk om adequaat te handelen. Bel de
brandweer via 112. Verder moet de schoorsteenveger geïnformeerd
worden en moeten brandbare voorwerpen uit de buurt van de schoorsteen
worden gehaald.
Experts waarschuwen: in de tussentijd nooit met water blussen. De
temperaturen bij een schoorsteenbrand kunnen oplopen tot wel 1300 °C.
Het bluswater zou onmiddellijk in stoom veranderen. Een emmer met 10
liter water zou veranderen in 17 m³ stoom. De enorme druk die hierbij
ontstaat, kan de schoorsteen laten exploderen.
Na het doven van de brand in de schoorsteen moet die door een vakman
op scheuren en ondichte plaatsen worden onderzocht en eventueel
gerepareerd worden.
- 35 -