zijn. Dat betekent dat bij gelijktijdig gebruik van een ventilatiesysteem (bijv.
afzuigkap, badkamerventilator etc.) in dezelfde ruimte of in aangesloten
ruimtes, de functie van de kachel nadelig kan worden beïnvloed (zelfs het
uittreden van rookgas in de woonkamer is mogelijk, ook bij gesloten
kacheldeur). Daarom is het gelijktijdig gebruiken van dergelijke apparaten
met de kachel zonder passende maatregelen niet toegestaan!
1.12.2. Afzonderlijke verbrandingsluchttoevoer
Het is mogelijk om de kachel apart te voorzien van verbrandingslucht.
Hiervoor kunt u het verbrandingsluchtkanaal naar keuze aan de achterzijde
of onderzijde van het apparaat aansluiten. De aansluitstomp (D=100 mm)
bevindt zich af fabriek aan de onderkant van het apparaat. Als de
verbrandingslucht aan de achterzijde moet worden toegevoerd, moet de
aansluitstomp worden verwisseld. Wissel hiervoor de aansluitstomp en de
blinde plaat om. De bekleding kan bij gebruik dienovereenkomstig geopend
(afdekdeksel losschroeven) en de pijp vastgeschroefd worden. Bij
aansluiting van de pijpverbinding op de verbrandingsluchtaansluiting wordt
de verbrandingslucht van buitenaf resp. vanuit andere ruimtes, bijv. de
kelder, naar de kachel geleid. Bij aansluiting van de kachel Forte op een
verbrandingsluchtpijp moet altijd de informatie uit TROL (vakregels), DIN
18896 etc. in acht worden genomen en toegepast. Er moet vooral op een
voldoende diameter van de pijpen worden gelet!
Verbrandingsluchtopeningen en -buizen mogen niet afgesloten worden en
er
mag
ook
niets
voor
worden
gezet,
tenzij
door
bijzondere
veiligheidsmechanismen is veiliggesteld dat de stookinrichting alleen bij
geopende sluiting kan worden gebruikt. De dwarsdoorsnede mag niet met
een sluiting of rooster worden verkleind. Indien deze buis voor de
verbrandingslucht naar buiten wordt geleid, moet de buis worden voorzien
van een afsluitmechanisme. Het afsluitmechanisme moet van buitenaf te
herkennen zijn. Bij deze uitvoering moet de pijp geïsoleerd zijn om te
voorkomen dat vocht uit de kamerlucht tegen de pijp condenseert.
Bovendien moet de pijp zo worden gelegd, dat er geen water of andere
stoffen in de kachel kunnen dringen en eventueel ontstaand condensaat
naar buiten toe kan wegstromen.
Volgens de voorschriften moeten verbrandingsluchtpijpen in gebouwen met
meer dan twee etages, die brandwanden overbruggen, dusdanig worden
gelegd, dat er geen vuur of rook kan overslaan naar andere verdiepingen
of
brandcompartimenten.
Neem
de
nationale
en
plaatselijke
brandpreventievoorschriften in acht!
- 16 -