Installatie
Aarding
De apparatuur moet worden geaard om
het risico op statische vonken te
beperken. Statische vonken kunnen
ervoor zorgen dat dampen ontbranden of
ontploffen. Door aarding kan elektrische
spanning afvloeien.
Controleer de plaatselijk geldende
aardingsvoorschriften en de handleiding van
de pomp/het spuitpistool voor gedetailleerde
aardingsinstructies.
Spuitpistool: aard dit door de verbinding
met de goed geaarde slang en pomp.
Vloeistofslangen: gebruik alleen elektrisch
geleidende slangen gebruiken met een
gezamenlijke slanglengte van maximaal
150 meter, om de continuïteit van de
aarding te waarborgen. Controleer de
elektrische weerstand van de slangen.
Als de totale weerstand op de massa
hoger is dan 29 megaohm, moet de
slang onmiddellijk worden vervangen.
Materiaalreservoir: volg de ter plekke
geldende voorschriften.
Het te spuiten object: volg de ter plekke
geldende voorschriften.
Emmers met oplosmiddel bij het spoelen:
volg de ter plekke geldende voorschriften.
Gebruik alleen geleidende metalen emmers;
plaats ze op een geaarde ondergrond. Plaats
de emmer niet op een niet-geleidende
ondergrond, zoals papier of karton, aangezien
de continuïteit van de aarding dan wordt
onderbroken.
Voor een doorlopende aarding bij het
spoelen of ontlasten van de druk:
houd altijd een metalen gedeelte van
het spuitpistool stevig tegen een geaard
metalen vat en haal dan pas de trekker
van het pistool over.
3A7512D
Systeemvereisten
•
Breng een ontluchtingsventiel op
de luchttoevoerleiding van een
pneumatische pomp aan om de lucht
die tussen dit ventiel en de pomp zit
te ontlasten nadat de luchtregelaar is
uitgeschakeld. Door deze lucht zou
de pomp onverwachts kunnen gaan
draaien.
•
Breng een vloeistofontlastventiel aan
tussen de pomp en het pistool om de
druk in de verdringerpomp, de slang en
het pistool te ontlasten. Het overhalen
van de trekker is soms niet voldoende
om de druk te ontlasten. Zie
Drukontlastingsprocedure, pagina 9.
Veiligheidsvergrendeling
van pistool
Voorkom letsel wanneer het pistool niet
wordt gebruikt, door de trekker altijd op de
veiligheidspal te zetten als het systeem
wordt uitgeschakeld of als er geen toezicht
is. Er wordt een waarschuwingskaart in
portefeuilleformaat met belangrijke
informatie voor de behandeling van een
injectie met het pistool meegeleverd.
Er zijn gratis extra kaarten verkrijgbaar.
Geef een kaart aan alle operatoren.
De trekkervergrendeling moet vrij bewegen
en gemakkelijk naar de vergrendelde stand
gaan. Als de trekkervergrendeling
beschadigd is of niet goed wil bewegen,
vervang dan onmiddellijk de hele trekker
(16).
Trekker vergrendeld
(niet spuiten)
Installatie
Trekker ontgrendeld
(spuiten)
7