Met de zelfontspanner kunt u een opname uitstellen
zodat u zelf ook op de foto kunt komen te staan. Als u de
vertraging voor de zelfontspanner wilt instellen, selecteert
u in de actieve werkbalk
10
seconden, of
20
als u de zelfontspanner wilt activeren. Wanneer de
zelfontspanner is geactiveerd, hoort u een geluidssignaal.
De foto wordt gemaakt wanneer de geselecteerde
vertraging is verstreken.
Als u
Zelfontspanner
de actieve werkbalk
U kunt de reeksmodus ook gebruiken in combinatie met
de zelfontspanner.
Tip! Selecteer
actieve werkbalk zodat uw hand stil is wanneer u een
foto maakt.
Flash
De flash is alleen beschikbaar in de hoofdcamera.
Houd een veilige afstand aan wanneer u de flash gebruikt.
Richt de flash niet van dichtbij op mensen of dieren. Dek de
flash niet af wanneer u een foto maakt.
De camera heeft een LED-flash voor omstandigheden met
weinig licht. De volgende flashmodi zijn beschikbaar voor
de camera:
Automatisch
28
Zelfontspanner
>
2
seconden,
seconden. Selecteer
Activeren
wilt uitschakelen, selecteert u in
Zelfontspanner
> Uit.
Zelfontspanner
>
2 seconden
(
),
Aan
(
)en
Uit
Selecteer in de actieve werkbalk de gewenste flashmodus
als u de flashmodus wilt wijzigen.
Actieve werkbalk
Gebruik de actieve werkbalk als een snelkoppeling om
items te selecteren en verschillende instellingen aan te
passen voordat en nadat u een foto hebt gemaakt of
een video hebt opgenomen. De beschikbare opties variëren
afhankelijk van de huidige opnamemodus en weergave.
Selecteer
Opties
werkbalk in het scherm wilt weergeven voordat en nadat
u een foto maakt of een video opneemt.
Als u wilt dat de actieve werkbalk alleen even wordt
in de
weergegeven als u deze nodig hebt, selecteert u
Pictogram
verbergen. Druk op
werkbalk nogmaals wilt activeren.
Maak in de actieve werkbalk een keuze uit de volgende
opties voordat u een foto maakt of een video opneemt:
(
).
>
Pictogrammen weerg.
als u de actieve
als u de actieve
Opties
>