Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Aanvullende Veiligheidsinformatie; Kleine Kinderen; Medische Apparatuur; Gebruiksomgeving - Nokia N77-1 Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Aanvullende veiligheidsinformatie

Kleine kinderen

Uw apparaat en toebehoren kunnen kleine onderdelen
bevatten. Houd ze buiten het bereik van kleine kinderen.

Gebruiksomgeving

Dit apparaat voldoet aan de richtlijnen voor blootstelling
aan RF-signalen wanneer het op normale wijze tegen het oor
wordt gehouden of wanneer het zich op een afstand van
minimaal 1,5 cm (5/8 inch) van het lichaam bevindt. Wanneer
het apparaat op het lichaam wordt gedragen in een draagtasje,
riemclip of houder, moeten deze hulpmiddelen geen metaal
bevatten en moet het apparaat zich op de bovengenoemde
afstand van het lichaam bevinden.
Voor het overbrengen van databestanden of berichten moet
dit apparaat kunnen beschikken over een goede verbinding
met het netwerk. In sommige gevallen kan het overbrengen
van databestanden of berichten vertraging oplopen tot
een dergelijke verbinding beschikbaar is. Houd u aan de
bovenstaande afstandsrichtlijnen tot de gegevensoverdracht
is voltooid.
Bepaalde delen van het apparaat zijn magnetisch. Metalen
voorwerpen kunnen worden aangetrokken door het apparaat.
Houd creditcards en andere magnetische opslagmedia uit de
buurt van het apparaat, omdat de gegevens die op deze media
zijn opgeslagen, kunnen worden gewist.

Medische apparatuur

Het gebruik van radiozendapparatuur, dus ook van draadloze
telefoons, kan het functioneren van onvoldoende beschermde
medische apparatuur nadelig beïnvloeden. Raadpleeg een
arts of de fabrikant van het medische apparaat om vast
te stellen of het apparaat voldoende is beschermd tegen
externe RF-energie of als u vragen hebt. Schakel het apparaat
uit in instellingen voor gezondheidszorg wanneer dat
voorgeschreven wordt door ter plaatse aangegeven instructies.
Ziekenhuizen en andere instellingen voor gezondheidszorg
kunnen gebruik maken van apparatuur die gevoelig is voor
externe RF-energie.
Geïmplanteerde medische apparatuur
van medische apparatuur adviseren dat er minimaal 15,3 cm
(6 inch) afstand wordt gehouden tussen een draadloos
apparaat en geïmplanteerde medische apparatuur, zoals
pacemakers of geïmplanteerde cardioverter defibrillators, om
mogelijke storing van de medische apparatuur te voorkomen.
Personen die gebruikmaken van dit soort apparatuur moeten:
• Het draadloze apparaat altijd op een afstand van meer dan
15,3 centimeter (6 inch) van de medische apparatuur
houden wanneer het draadloze apparaat is ingeschakeld.
• Het draadloze apparaat niet in een borstzak dragen.
• Het draadloze apparaat bij het oor houden aan de andere
zijde van het lichaam dan de zijde waar de medische
Fabrikanten
139

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave