Onderdelen die in
menu's kunnen worden
ingesteld
U kunt met het menuscherm de printer instellen
voor verschillende specificaties. Als u de
aanpassingen in het geheugen opslaat, blijven ze
behouden, zelfs als u de printer uitzet. Deze
instellingen blijven behouden totdat u nieuwe
aanpassingen opslaat in het geheugen.
U kunt de printer instellen naargelang de
aangesloten apparatuur en uw persoonlijke
voorkeuren. U kunt 10 sets instellingen opslaan.
De functies die u kunt instellen in het
menuscherm zijn de volgende:
Tip
Aangepaste waarden die kunnen worden
opgeslagen in het geheugen zijn de onderdelen in
het menu [User Setup].
Het menu [User Setup]
Tabblad
In te stellen functies
Function
Hoe verwijder ik beelden uit
Setup
het geheugen (Clear Button)
Gaten in geheugenpagina's
opvullen wanneer u beelden
verwijdert (Clear Function)
Het beeld kiezen dat
verschijnt nadat een beeld in
het geheugen is opgeslagen,
het bronbeeld of het
geheugenbeeld (Auto Live)
Output
Weergave van inktlint of
Setup
printerinstellingen
(Information Display)
Meldingen weergeven-
verbergen (Messages Display)
Het uitvoersignaal van de
printer selecteren (Source
Image)
Tabblad
Print
Setup
Print Area
Setup
Naslagpagina
45
Het menu [System Setup]
46
Tabblad
Remote
35
Setup
75
Color
75
Correction
60
Input
Setup
Monitor
Color
Tone
54
In te stellen functies
Het type afdruk selecteren
(Multi Picture)
Kiezen of witte kaders worden
toegevoegd aan meerdere
verkleinde beelden (White
Frames)
Een bijschrift invoeren
(Caption, Caption Edit)
De afdrukkleur, het contrast,
de scherpte en de kleurtoon
aanpassen (Color Tone)
Het aantal afdrukken instellen
(Print Quantity)
De afdruksnelheid selecteren
(Print Speed)
Het afdrukbeeldgebied
aanpassen om zwarte lijnen
of kaders op de afdruk te
verwijderen (General Range)
Een beeld zoomen en
afdrukken (Zoom Mode)
Het zoombereik instellen
(Zoom Area)
De zoompositie instellen
(Zoom Position)
Het zoomformaat instellen
(Zoom Range)
In te stellen functies
De werking instellen van het
apparaat dat is aangesloten
op de aansluiting REMOTE
(Remote Function)
De baudsnelheid instellen
voor communicatie tussen
computer en printer
(Baudrate)
De kleurbalans aanpassen
(Color Balance)
Afdrukkleuren aanpassen
(kleuren opgeven voor
aanpassen) (HSV)
De beeldverhouding van het
HD-signaal selecteren (HD
Aspect Ratio)
De kleur van het bronbeeld
compenseren (Video
Adjustment)
Het invoersignaal selecteren
(Input Signal)
De videomonitorkleur en de
afdrukkleur op elkaar
afstemmen (Cyan-Red,
Magenta-Green, Yellow-Blue)
Naslagpagina
33
37
38
61
30
28
62
40
43
44
43
Naslagpagina
75
77
64
68
73
59
24
60