Camera: opnameopties en -instellingen
Scherpstelgebied
Gebruik deze optie om de posities van het scherpstelgebied te wijzigen.
Doorgaans stellen camera's scherp op het dichtstbijzijnde onderwerp. Als er echter veel
onderwerpen zijn, wordt er mogelijk scherpgesteld op ongewenste onderwerpen. U kunt
voorkomen dat er wordt scherpgesteld op ongewenste onderwerpen door het scherpstelgebied
aan te passen zodat alleen op het gewenste onderwerp wordt scherpgesteld. Als u het juiste
scherpstelgebied selecteert, kunt betere en scherpere foto's maken.
Tik in de experstand op
• A F midden: scherpstellen op het midden van het kader.
• M ulti AF: scherpstellen op meerdere gebieden. De foto wordt opgedeeld in twee of meer
gebieden. De camera zoekt in elk gebied naar scherpstelpunten en geeft een groene rechthoek
weer op plaatsen waar de scherpstelling correct is. Deze optie wordt aanbevolen voor foto's van
landschappen.
Gezichtsdetectie
Gebruik deze optie om een gezichtsdetectiestand te selecteren.
Tik in de experstand op
• N ormaal: de belichting van een menselijk gezicht meten.
• S mile shot: lachende gezichten herkennen en helpen bij het maken van foto's van deze
gezichten. (p. 76)
• K nipperdetectie: vaststellen wanneer iemand zijn of haar ogen dicht heeft en automatisch
meer foto's maken. (p. 77)
• W anneer een gezicht wordt gedetecteerd, blijft de camera dat gezicht automatisch
volgen.
• I n de volgende omstandigheden werkt deze functie mogelijk niet goed:
– Het onderwerp bevindt zich te ver van de camera af.
– Er is te veel of te weinig licht.
– Het onderwerp kijkt niet naar de camera.
– Het onderwerp draagt een zonnebril of masker.
– Het gezicht van het onderwerp verandert sterk van uitdrukking.
– Er is veel tegenlicht of het licht is niet stabiel.
→
→ Scherpstelgebied en selecteer een optie.
→
→ Gezichtsdetectie en selecteer een optie.
102