5.7 R
EGELAPPARATUUR
Controleer, na het invoeren van alle instellingen, het toestel
opnieuw. Stel de thermostaat in op een hogere temperatuur
dan de omgevingsapparatuur.
De RHC 8000 (M) toestellen zijn uitgerust met een
drukverschilschakelaar
verbrandingsluchttoevoer (instelling drukverschilschakelaar:
zie tabel 9 – instelling geldt voor installaties op zeeniveau)
Bij voldoende toevoer van verbrandingslucht zal de brander
ontsteken. Als de brander niet ontsteekt dan zal de
branderautomaat vergrendelen en moet deze manueel
gereset worden. De luchtverwarmer is voorzien van een
storingslamp en een resetknop dat vergrendeling aangeeft.
Nota: Als de eerste keer resetten mislukt, wacht dan 15
seconden om de onsteker opnieuw te resetten.
Tabel 9 : Instelling drukverschilschakelaar
Type
Normaal werkpunt
warm (Pascal)
8030 06
8045 09
8050 06
8060 12
8075 09
8075 15
8090 18
8100 12
8125M.15
8150M.18
8175M.21 (*)
140 (95)
8200M.24 (*)
8225M.18
8250M.20
8275M.22
8300M.24
(*) :
voor de types 8175M.21 & 8200M.24 wordt een tweede
luchtdrukverschilschakelaar gebruikt tijdens de eerste 100
seconden na de warmtevraag. Deze drukrschakelaars
hebben lagere instellingen. (aangeduid tussen haakjes in
tabel 9)
Na ontsteken van de brander wordt het tijdrelais geactiveerd.
Hierdoor komt de ventilatorthermostaat onder spanning te
staan en wordt de ventilatiemotor, na ongeveer 30
seconden,
gestart.
(de
uitgerust met continue draaiende ventilators) Laat de
luchtverwarmer enkele minuten draaien om de optimale
werking te garanderen.
1110RHC8DJL_RJL_BENL/NLNL
ter
controle
van
Instelpunt 'uit'
(Pascal)
200
150
190
150
220
175
175
135
175
135
160
130
123
130
130
100
310
250
250
200
110 (75)
200)
180
300
250
355
300
322
275
460
380
meeste luchtverwarmers
Plaats
de
kamerthermostaat
hoofdbranders doven uit. De luchtventilator zal blijven
draaien totdat de warmtewisselaar voldoende is afgekoeld.
Na ongeveer 45 seconden stopt ook de ventilator.
5.8 G
EBRUIKERSINSTRUCTIES
de
Verstrek de eindgebruiker of hun vertegenwoordiger alle
informatie i.v.m. de correcte werking van toestel &
toebehoren. Geef het nodige advies betreffende het veilige
gebruik van het toestel en wijs op het stipt naleven van de
opstart- en uitschakelingprocedure van het toestel.
Overhandig een gebruikershandleiding. Stel voor om deze
handleiding zo dicht mogelijk bij het toestel (of eventueel bij
de gasmeter) op te hangen.
Vergewis u er echter van dat de plaats van ophanging de
veiligheid niet in het gedrang brengt, zoals bijvoorbeeld door
de luchtaanvoer te verhinderen of door vuur te vatten. Plaats
deze dus niet in de regelsectie.
Geef raad betreffende het onderhoud van de installatie.
Benadruk dat zeker één onderhoudsbeurt per jaar dient te
worden uitgevoerd teneinde een goede werking van het
toestel te verzekeren.
6.0 ONDERHOUDSINSTRUCTIES
BELANGRIJK:
Het onderhoud mag enkel worden uitgevoerd door
erkende vakmensen. Vooraleer aan te vangen met de
onderhoudswerken, schakel het toestel, met inbegrip
van alle externe regelorganen, uit. Sluit vervolgens de
gaskraan af. Vergewis u ervan dat het toestel afgekoeld
is. Vervanging van onderdelen dient te gebeuren
volgens de door Reznor voorgeschreven instructies. Bij
het plaatsen van vervangingsonderdelen moeten deze
voldoen aan de Reznor specificaties. Het niet naleven
van de door Reznor opgestelde richtlijnen kan leiden tot
gevaarlijke situaties en eventueel tot gerechtelijke
vervolging.
Bij het ontwerpen van de Reznor RHC 8000 (M)
luchtverwarmers werd ernaar gestreefd om het onderhoud
van het toestel tot een minimum te beperken. Doch, om het
toestel veilig en optimaal te laten werken, wordt het
aangeraden om het toestel net voor de aanvang van elk
stokingsseizoen aan een onderhoudsbeurt te onderwerpen.
Echter, bij installatie van het toestel in een sterk vervuild
milieu is het noodzakelijk het aantal onderhoudsbeurten op
te voeren. Na het beëindigen van de onderhoudswerken
dienen alle panelen, onderdelen, e.d. opnieuw degelijk te
zijn
worden gemonteerd.
Volg de richtlijnen beschreven in hoofdstuk 5 om het
toestel opnieuw in bedrijf te stellen. Meld elke afwijking aan
de gebruiker of de eindverantwoordelijke.
op
laagste
stand.
De
25/38