3.7 L
(
UCHTTOEVOER
ENKEL VOOR
Vergewis u ervan dat er een voldoende toevoer van
verse lucht aanwezig is. Houd er rekening mee dat (in
vergelijking met oudere gebouwen) bij hedendaagse
constructies meer aandacht besteed wordt aan degelijke
isolatie, dampdichte lagen e.d., wat met zich meebrengt
dat er nog weinig verse lucht kan binnendringen.
Het
is
absoluut
noodzakelijk
omstandigheden een voldoende aanvoer van verse lucht
verzekerd wordt. Vergewis u ervan dat de natuurlijke
luchttoevoer voldoende is – houd hierbij rekening met
eventueel geïnstalleerde luchtverversers.
Neem nooit deuren en ramen in aanmerking bij het
bepalen van de luchttoevoer.
Controleer dat de verbrandingslucht vrij is van over-
matig stof en geen brandbare en/of chloor-
houdende of andere agressieve substanties bevat.
Voorzie de luchtinlaat
afschermrooster (IP20) en zorg ervoor dat deze niet
geblokkeerd
raakt
reglementeringen qua verluchting en ventilatie)
WAARSCHUWING:
Als het toestel wordt geïnstalleerd als een type B,
d.w.z. dat de verbrandingslucht uit de te verwarmen
ruimte wordt aangezogen, dient men ervoor te
zorgen dat de verbrandingsluchtinlaat (eventueel
kanalen en aangebrachte roosters) niet kan worden
gehinderd.
3.8 E
LEKTRISCHE AANSLUITING
De elektrische aansluiting mag enkel door gekwalificeerde
personen worden uitgevoerd.
toepassing zijnde reglementeringen te worden nageleefd.
Een 230V fase nul 50Hz met beveiliging is vereist. Zorg
ervoor dat het toestel en alle controleapparaten degelijk
geaard zijn.
Een afzonderlijke en vergrendelbare net-isoleerschakelaar
moet in de onmiddellijke omgeving van elk toestel én op een
goed zichtbare plaats worden gemonteerd.
Zorg ervoor dat de elektrische kabels niet in aanraking
komen met de zeer warme rookgasverzamelkast. De
elektrische aansluiting gebeurt via de aansluitklemmen in het
controlepaneel. Volg hierbij nauwkeurig het meegeleverde
bedradingsschema.
Gebruik een elektrische voedingskabel van 1.5 mm. Span de
kabelklemmen stevig aan zodat de aansluitklemmen niet
onderhevig kunnen zijn aan eventuele trekkracht.
1110RHC8DJL_RJL_BENL/NLNL
DJL-
)
MODELLEN
dat
er
in
van het toestel van een
(zie
ook
alle
geldende
Hierbij dienen alle van
3.9 G
ASTOEVOER
De luchtverwarmers zijn ontworpen voor gebruik op aardgas
G2O/G25, butaan G30 of propaan G31.
gasmeter en –installatie vooraleer aan te vangen met de
aansluiting. Vergewis U ervan dat gasdebiet en -druk
overeenstemmen met de specificaties van het toestel.
Gasmeter
alle
gasmaatschappij te worden nagezien teneinde na te gaan of
deze geschikt zijn voor de installatie.
Aansluiting
gekwalificeerde
overeenstemming zijn met alle van toepassing zijnde
reglementeringen. Controleer dat de gascategorie in
overeenstemming is met de gegevens vermeld op het
typeplaatje van het toestel.
Er mag uitsluitend voor gas geschikt fitting materiaal
toegepast worden. Gebruik buizen met voldoende diameter
teneinde de drukval van het gas zo laag mogelijk te houden.
Zorg ervoor dat de gastoevoerbuis de toegang tot de
servicedeur niet hindert en dat het uitnemen van het
brandergeheel probleemloos kan verlopen.
Monteer dichtbij het toestel een gaskraan met koppeling. Bij
ophanging van toestellen m.b.v. buigzaam materiaal dient de
gasaansluiting uitgevoerd te worden met een flexibele
connector.
De volledige gasinstallatie moet op lekdichtheid worden
gecontroleerd, in overeenstemming met alle van toepassing
zijnde reglementeringen.
AANDACHT : Het is ten strengste verboden de gasleiding
als ondersteuning voor het toestel en de onderdelen te
gebruiken !
Vermijd het plaatsen van gaspijpen in luchtkanalen. Indien
dit toch noodzakelijk is, dan dient u ervoor te zorgen dat
deze luchtkanalen volledig naadloos zijn.
Figuur 10 : Gasaansluiting detail Rc 3/4 or Rc 5/4
en
gasvoorziening
dienen
op
de
gasleiding
mag
personen
gebeuren
Controleer
door
de
uitsluitend
door
en
moet
in
17/38