6.2 Gassoort
Op het typeplaatje staat vermeld voor welke gassoort, gasdruk en voor welk land dit toestel is bestemd.
Het typeplaatje bevindt zich op het toestel of kan vastzitten aan een ketting en dient dan aan de ketting bevestigd te
blijven.
3
Controleer of het toestel geschikt is voor de gassoort en gasdruk ter plaatse.
6.2.1 Ombouwen gassoort
Neem voor het ombouwen van dit toestel naar een andere gassoort contact op met de serviceafdeling van DRU en vraag
naar de mogelijkheden. Het ombouwen dient verricht te worden door een erkend gasinstallateur.
6.3 Gasaansluiting
In de gasleiding dient een gaskraan geplaatst te worden conform de geldende voorschriften. De gasaansluiting op het
gasregelblok bevindt zich naast de ontvanger (Afb. 6-1 (G)).
3
- Zorg dat er geen vuil in de gasleidingen en aansluitingen zit.
- Aan de flexibele gasslang(en) mag niet gesoldeerd worden, omdat dit lekkage kan veroorzaken.
Voor de gasaansluiting gelden de volgende eisen:
- Dimensioneer de gasleiding zodanig dat geen drukverlies kan optreden.
- De gaskraan heeft een goedkeur (in de EU is dat het CE-merk).
- De gaskraan is altijd bereikbaar.
6.4 Elektrische aansluiting
Zorg bij een elektrische aansluiting van 230 Volt voor een goede aarde. Plaats deze elektrische aansluiting vrij van het
toestel zo laag mogelijk in de boezem. Zorg ervoor dat de elektrische aansluiting bereikbaar is. Dit in verband met de
temperatuurontwikkeling in de boezem.
3
Zorg dat het toestel na installatie eenvoudig spanningsvrij te maken is:
- door het loskoppelen van de stekker;
- of met behulp van een, door een erkende installateur en volgens reguliere voorschriften geplaatste, 2-polige
schakelaar.
3
- Bescherm het gasregelblok en de elektrische componenten, hierna te noemen het gasregelblok, tegen bouwstof en
bouwvocht!
- Volg bij toestellen, die zijn uitgevoerd met het CM-systeem
aansluiten van de ontvanger en het bedieningspaneel.
Ins tal lati ehandl eiding
, de instructies in de meegeleverde handleiding voor het
®
9