Ins tal lati ehandl eiding Inhoudsopgave 1. Stappenplan van de installatie 2. Inleiding 3. CE-verklaring 4. Technische gegevens 5. VEILIGHEID 5.1 Algemeen 5.2 Voorschriften 5.3 Veiligheidsinstructies 6. Voorbereiding 6.1 Uitpakken 6.2 Gassoort 6.2.1 Ombouwen gassoort 6.3 Gasaansluiting 6.4 Elektrische aansluiting 6.5 Componenten toestelregeling 7 Installatie 7.1 Plaatsen toestel...
Pagina 3
Ins tal lati ehandl eiding 9. Aansturing/bediening 9.1 Principe ontsteekcyclus 9.2 Aansluiting schakelcontact 9.3 Aansluiting extra voeding (max. 80W, 230VAC) 9.4 Afstandsbedieningen 9.4.1 Zwarte afstandsbediening voor de gebruiker 9.4.2 Oranje afstandsbediening voor de installateur 9.5 Alternatieve bediening 9.5.1 Bedraad 9.5.2 Draadloos 9.5.2.1 Verbinding via ‘modbus’-protocol 9.5.2.2 Aansturing via applicatie 10.
Ins tal lati ehandl eiding 1. Stappenplan van de installatie Hieronder staan de belangrijkste stappen van de installatie beschreven, Voer deze stappen uit en vink deze af als deze goed zijn uitgevoerd. Lees de installatiehandleiding volledig, voordat het toestel wordt geïnstalleerd. Controleer of het juiste type toestel geleverd is (zie Tabel 4-1).
Na oplevering dienen de handleidingen aan de gebruiker te worden overhandigd. 3. CE-verklaring Door bedrijfsinterne maatregelen is gewaarborgd dat door DRU geproduceerde toestellen aan de essentiële eisen en richtlijnen van de verordening betreffende gasverbrandingstoestellen en de daarbij toegepaste normen voldoen. Deze verklaring verliest haar geldigheid als zonder schriftelijke toestemming van DRU wijzigingen aan het toestel worden aangebracht.
- Plaats hittebestendige elektrische aansluitingen vrij van het toestel en zo laag mogelijk in de boezem. Dit in verband met de temperatuurontwikkeling in de boezem. Gebruik uitsluitend het door DRU geleverde verbrandingsgasafvoer-/verbrandingsluchttoevoersysteem (concentrisch systeem). Bij installatie van een vrijstaand toestel: plaats het toestel op de minimaal aangegeven afstand vanaf de achterwand en zijwanden (zie Tabel 4-1).
Ins tal lati ehandl eiding 6. Voorbereiding 6.1 Uitpakken Schenk aandacht aan de onderstaande punten bij het uitpakken: Verwijder alle verpakkingsmaterialen. Neem alle meegeleverde onderdelen in, op en/of aan het toestel uit/weg. Controleer het toestel met toebehoren op (transport)schade. Neem indien nodig contact op met de leverancier. Installeer nooit een beschadigd toestel! Verwijder eventuele schroeven als het toestel daarmee aan de vlonder of pallet is vastgemaakt.
Controleer of het toestel geschikt is voor de gassoort en gasdruk ter plaatse. 6.2.1 Ombouwen gassoort Neem voor het ombouwen van dit toestel naar een andere gassoort contact op met de serviceafdeling van DRU en vraag naar de mogelijkheden. Het ombouwen dient verricht te worden door een erkend gasinstallateur.
Ins tal lati ehandl eiding 6.5 Componenten toestelregeling In deze paragraaf worden de componenten vermeld, waarmee het toestel geregeld wordt (zie Afb. 6-1). (IN) 38p-0318 /3 Legenda Afb. 6-1: A = Gasregelblok; regelt het gas naar de branders B = Ontvanger; communiceert met de zender C = Processor (ESYS);...
Ins tal lati ehandl eiding 7 Installatie 7.1 Plaatsen toestel In aparte subparagrafen worden verschillende manieren voor het plaatsen van het toestel beschreven. Op al deze subparagrafen is onderstaande algemene beschrijving voor het plaatsen van het toestel van toepassing: Plaats het toestel waar deze geïnstalleerd gaat worden en houd rekening met het onderstaande: - De inbouwmaten van het toestel (zie Afb.
Pagina 12
Ins tal lati ehandl eiding 38c-2252 /0 Maestro 80-2 R RCH...
Ins tal lati ehandl eiding 7.1.1 Toestel staand plaatsen Volg bij het staand plaatsen van het toestel onderstaande instructies: Stel de hoogte van het toestel in met behulp van de stelvoeten en zet het toestel waterpas. Bevestig het toestel aan de wand d.m.v. muurbeugels (zie Afb. 7-1 (A) of 7-2 (A)). 7.1.2 Toestel hangend plaatsen Volg bij het hangend aan een wand plaatsen van het toestel onderstaande instructies: Bepaal de plaats en de hoogte van het toestel (zie Afb.
Ins tal lati ehandl eiding 7.2 Extra inbouwmogelijkheden Het toestel kan worden geplaatst met een plateau. Dit kan in combinatie met een ondersierstrip of met het plateau aansluitend op het glas. De bijbehorende boezem kan met of zonder valse wand worden toegepast (zie Afb. 7-4 en 7-5). Tevens is het mogelijk de interieurplaat van het toestel naar buiten door te laten lopen.
Ins tal lati ehandl eiding 7.2.3 Plaatsen beugel met gasregelblok en toebehoren onder het plateau Indien er bij het plaatsen met een plateau geen ruimte is voor het bedieningsluik, moet de beugel met gasregelblok direct onder het plateau geplaatst worden met behulp van de accessoire 'afschermkast elektriciteit'. Plaats de beugel met gasregelblok met toebehoren onder het plateau met behulp van de meegeleverde afschermkast (zie Afb.
Ins tal lati ehandl eiding 7.2.4 Achterwand aansluitend op het glas van de zijruit (zie Afb. 7-8 en 7-9) Ga bij het inbouwen van de wand tot aan de zijruit als volgt te werk: Maak de te plaatsen achterwand op de juiste maat (zie Afb. 7-8). Draai de parkers van de verticale sierstrip enkele slagen los en stel de profielen op de juiste afstand af.
Pagina 21
Ins tal lati ehandl eiding 38C-2503 >5mm 38C-2502...
Ins tal lati ehandl eiding 7.2.5 Boezemijzer Wanneer de boezem van steenachtige materialen wordt gemaakt, is het plaatsen van een boezemijzer noodzakelijk. Een boezemijzer moet geplaatst worden om te voorkomen dat het toestel wordt belast door het gewicht van het materiaal. Ga bij het plaatsen van het boezemijzer als volgt te werk (zie Afb.
Pagina 23
Ins tal lati ehandl eiding 2 mm 38C-2506 7-10 38C-2507 7-11...
(C31) worden gemaakt. Eventueel kan gebruik gemaakt worden van een bestaand schoorsteenkanaal (C91, zie paragraaf 7.2.4). Gebruik uitsluitend het door DRU geleverde concentrische systeem. Dit systeem is samen met het toestel gekeurd. DRU kan de goede en veilige werking van andere systemen niet garanderen en accepteert hiervoor geen verantwoordelijkheid, of aansprakelijkheid.
Pagina 26
Ins tal lati ehandl eiding Tabel 7-2: Doorvoeringen Gatdiameter en uitvoering Brandbaar materiaal Onbrandbaar materiaal ø Uitvoering ø Opmerking Systeem (mm) (mm) LAS AG-1 150/100 Doorvoergat ventileren. Een spleet LAS ES-I 150/100 rondom de buis van 2 mm breed LAS ES-I 200/130 volstaat.
Ins tal lati ehandl eiding 7.3.2 Dakdoorvoer (C31) De dakdoorvoer kan zowel in een schuin dak als in een plat dak uitmonden. De dakdoorvoer kan geleverd worden met een plakplaat voor een plat dak, danwel met een universeel verstelbare pan voor een schuin dak.
Pagina 28
Ins tal lati ehandl eiding Tabel 7-3: Bepalen toelaatbaarheid concentrisch systeem bij toepassing dakdoorvoer G20/G25/G25.3/ Totale aantal meters Totale aantal meters verticale en/of schuine pijplengte horizontale pijplengte Geen bochten 2 bochten 3 bochten 4 bochten 5 bochten Situatie is niet toelaatbaar Tabel 7-4: Voorwaarden voor afstellen van het toestel bij toepassing van een dakdoorvoer G20/G25/G25.3/G31 Situatie...
Ins tal lati ehandl eiding 7.3.4 Geveldoorvoer (C11) Bij gebruik van een geveldoorvoer (C11) geldt: De opbouw van het gekozen systeem moet toelaatbaar zijn. Controleer of de verticale pijplengte binnen de minimale lengte valt (zie Tabel 7-5). Controleer of de horizontale pijplengte (exclusief geveldoorvoer) binnen de minimale en maximale lengte valt (zie Tabel 7-5).
Pagina 31
Ins tal lati ehandl eiding Tabel 7-5c Tabel 7-5d 0 - 8m 1x90° 1x90° 38C-744ZM 38C-744i Instelling Toepassen Instelling Toepassen Luchtinlaatgeleider Luchtinlaatgeleider Restrictieschuif Restrictieschuif Rookgasverdeelplaat Rookgasverdeelplaat - Gebruik uitsluitend een concentrisch systeem van - Gebruik uitsluitend een concentrisch systeem van 200/130 mm, inclusief een geveldoorvoer.
Het toestel kan op een bestaand schoorsteenkanaal aangesloten worden (C91). In de schoorsteen wordt een flexibele RVS pijp geplaatst met een diameter van 100 mm voor de afvoer van de verbrandingsgassen. De ruimte eromheen wordt als verbrandingsluchttoevoer gebruikt. Maak hierbij gebruik van de DRU-afstandhouder. Plaats deze afstandhouder om de drie meter.
Pagina 34
(langdurig gebruik van schildersplakband kan beschadigingen veroorzaken). Breng de ventilatieopeningen (uitgaand) bij voorkeur aan weerszijden van de boezem aan. Maak hierbij gebruik van DRU ventilatie-elementen. Controleer de volgende punten, voordat de boezem helemaal dichtgemaakt wordt: - Is het afvoer-/concentrisch systeem op de juiste manier geplaatst? - Zijn de kanalen, de bevestigingsbeugels en evt.
Pagina 35
Ins tal lati ehandl eiding ≥ 15 ≤ 100 ≤ 494 ≥ 420 V-out ≥ 200cm² 2 mm ≥ 150 2 mm ≥ 410* V-in ≥ 80cm² 38C-2497 7-13a * Rekeninghoudend met het bedieningsluik geplaatst zoals weergegeven. 800 mm 700 mm 38C-2498 7-13b...
7.5 Plaatsen bedieningsluik In het bedieningsluik wordt een aantal componenten geplaatst, zoals het typeplaatje, het gasregelblok en, indien van toepassing, de componenten behorende bij het DRU Powervent-systeem ® Het bedieningsluik is zo ontworpen dat alle componenten, afstel-, meet- en inregelmogelijkheden optimaal bereikbaar zijn en de componenten optimaal werken.
Pagina 37
Ins tal lati ehandl eiding 180° 180° >15mm 180° 38c-2511 7-14...
Ins tal lati ehandl eiding 8 Toestel 8.1 Ruiten Na het plaatsen van de houtset (zie paragraaf 8.3) kunnen de ruiten geplaatst worden: - Voorkom beschadiging bij het verwijderen/plaatsen van de ruiten. - Gebruik de bijgeleverde dopsleutel voor het losdraaien/vastzetten van de parkers. - Gebruik, indien van toepassing, de bijgeleverde inbussleutel voor het losdraaien/vastzetten van de inbusschroeven.
Ins tal lati ehandl eiding 8.1.1.2 Toestel met aan 2 zijden glas: (zie Afb. 8-2) Pak de verticale sierstrip (1) aan de bovenzijde vast, kantel de verticale sierstrip en neem deze uit. Draai de parkers van de verticale glasstrip (2) uit en verwijder de verticale glasstrip. Schuif, indien van toepassing, ondersierstrip (3) naar voren.
Ins tal lati ehandl eiding 38C-2514 8-2b 8.1.2 Plaatsen ruit Het plaatsen van de ruit gaat in omgekeerde volgorde van het verwijderen zoals hierboven is beschreven: - Vermijd/verwijder vingerafdrukken op de ruit omdat deze inbranden. - Draai de parkers niet te vast ter voorkoming van afbreken en/of doldraaien. - Plaats de ruit met het logo rechtsonder.
Ins tal lati ehandl eiding 8.2 Afstellen toestel Het toestel dient zo afgesteld te worden, dat het goed functioneert in combinatie met het afvoersysteem. Daartoe wordt eventueel een restrictieschuif geplaatst, de middelste plaat bovenin verwijderd en/of wordt de luchtinlaatgeleider verwijderd. De voorwaarden voor toepassing met geveldoorvoer en dakdoorvoer staan vermeld in de Tabellen 7-1 tot en met 7-3.
Ins tal lati ehandl eiding 8.2.2 Luchtinlaatgeleider De luchtinlaatgeleider wordt los meegeleverd. Om deze te plaatsen, dient de middelste plaat rondom de brander te worden verwijderd. Ga voor het plaatsen van de luchtinlaatgeleider als volgt te werk (zie Afb. 8-4): Draai de parkers uit de middelste plaat rondom de brander (1) en verwijder deze.
Ins tal lati ehandl eiding 8.2.3 PowerVent® (indien van toepassing) Dit toestel is geschikt voor PowerVent . Wanneer dit toestel is geleverd met de beugel met de PowerVent besturings- ® ® componenten gemonteerd dan is het toestel af fabriek al juist afgesteld. Zo niet, controleer dan de volgende afstellingen voordat de installatiehandleiding van de PowerVent wordt geraadpleegd en voer eventueel de volgende stappen uit ®...
Ins tal lati ehandl eiding 8.3 Houtset Het toestel wordt geleverd met een houtset. In de afbeeldingen is de kleur niet altijd correct weergegeven. Neem de onderstaande instructies in acht ter voorkoming van onveilige situaties: - Gebruik uitsluitend de meegeleverde houtset. - Plaats de houtset exact volgens de beschrijving.
Pagina 45
Ins tal lati ehandl eiding 38p-0022 38P-0608 8-10 38P-0609 38P-0028 /1 8-11 8-12 Het vlambeeld is te beïnvloeden door het vermiculiet te verplaatsen. - Het vermiculiet mag niet hoger komen dan de rand van de brander. - Het branderdek moet wel geheel bedekt blijven met vermiculiet om te voorkomen dat de levensduur van de brander afneemt.
Pagina 46
Ins tal lati ehandl eiding 38P-0605/0 8-13...
Pagina 47
Ins tal lati ehandl eiding G20/G25/G25.3/G31 38P-0606/1 8-14...
Pagina 48
Ins tal lati ehandl eiding G20/G25/G25.3/G31 38P-0621/0 8-15...
Ins tal lati ehandl eiding 9. Aansturing/bediening Het toestel wordt geleverd met een draadloze zwarte afstandsbediening voor de gebruiker (zie Afb. 9-1 (B)). Optioneel is een oranje afstandsbediening leverbaar voor de installateur (zie Afb. 9-1 (O)). Het regelen van de vlamhoogte, het ontsteken en het uitschakelen, gebeurt met behulp van de zwarte afstandsbediening die de ontvanger aanstuurt.
Het is mogelijk één of meerdere lampen (bij meerdere lampen maximaal 0,5A/250VAC/30VDC) te bedienen via de afstandsbediening van het toestel. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de lampen van de lux-elementen van Dru. Hiervoor kan schakelcontact B op de ontvanger worden gebruikt (zie Afb 9-2). Het schakelcontact is niet poolgevoelig.
Ins tal lati ehandl eiding 9.3 Aansluiting extra voeding (max. 80W, 230VAC) (indien van toepassing) Deze aansluiting is ideaal voor eventuele verlichting of een ventilatiesysteem in de boezem en kan worden bediend met de afstandsbediening (zie Afb 9-2 (C)). De voeding van deze aansluiting is gelijk aan de netspanning en mag maximaal belast worden met 80 Watt.
Ins tal lati ehandl eiding 9.5.1 Bedraad Het bedraad aansluiten van een Domotica-systeem op de ontvanger geschiedt via een gelijkspanning van 0-3VDC (zie Afb. 9-2 (D)). Een hogere spanning dan 3V schaadt de ontvanger en is daarom niet toegestaan. Breng de spanning bij Domotica-systemen met een uitgangsspanning van 0-10V terug tot 0-3VDC. Gebruik hiervoor een, uit weerstanden opgebouwde, spanningsdeler.
Domoticasysteem verkrijgbaar. 9.5.2.2 Aansturing via applicatie Ook bij het bedienen van het toestel via een tablet met de DRU Control App (iOS of Android), is een communicatiemodule noodzakelijk. Deze kan bij DRU besteld worden. Ga voor het aansturen van het toestel via de DRU Control App als volgt te werk: Test met behulp van de afstandsbediening of de locatie, waar de communicatiemodule geplaatst wordt, binnen het bereik ligt van de ontvanger.
Ins tal lati ehandl eiding 10. Eindcontrole Voor een goede en veilige werking van het toestel dienen onderstaande controles vóór ingebruikname te worden uitgevoerd. 10.1 Gasdichtheid Alle aansluitingen dienen gasdicht te zijn. Controleer de aansluitingen op gasdichtheid. Het gasregelblok mag aan een druk van maximaal 50 mbar blootgesteld worden.
Ins tal lati ehandl eiding Indien de hoofdbrander WEL blijft branden: 11. Maak de ruit schoon voor de eerste ingebruikname zoals beschreven in de gebruikershandleiding. Monteer vervolgens de ruit zoals beschreven in hoofdstuk 8. 12. Herhaal de ontstekingsprocedure enkele malen en voer de controles uit zoals beschreven in paragraaf 10.3.2. 13.
Ins tal lati ehandl eiding 11. Oplevering Maak de gebruiker vertrouwd met het toestel. Instrueer de gebruiker over onder meer de ingebruikname, de veiligheidsmaatregelen, de werking van de afstandsbediening en het jaarlijkse onderhoud (zie de Gebruikershandleiding). - Laat de gebruiker bij storingen/slecht functioneren onmiddellijk de gaskraan sluiten en contact opnemen met de installateur ter voorkoming van onveilige situaties.
Ins tal lati ehandl eiding 12. Onderhoud Het toestel dient eenmaal per jaar door een vakbekwame installateur op het gebied van gasverwarming en elektriciteit gecontroleerd, gereinigd en eventueel gerepareerd te worden. In ieder geval dient de goede en veilige werking van het toestel gecontroleerd te worden.
Ins tal lati ehandl eiding Bijlage 1: Storingen Diagnose van storingen Foutcode Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing Communicatie verlies tussen Communicatiekabel heeft Zorg dat de connectors van ontvanger en geen contact de communicatiekabel goed branderautomaat contact maken Communicatiekabel defect Vervang communicatiekabel Ontvanger oververhit (60°...
Ins tal lati ehandl eiding Bijlage 1 Storingen Diagnose van storingen Foutcode Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing Ionisatiepen geblokkeerd Verwijder eventueel (Vervolg) (meet ionisatie stroom vermiculiet of chips van de wanneer > 0 en < 1,8 uA) brander. Ionisatiepen defect (meet Vervang de ionisatiepen ionisatie stroom wanneer 0) ESYS wordt niet vrijgegeven...