7 Installatie
7.1 Plaatsen toestel
In aparte subparagrafen worden verschillende manieren voor het plaatsen van het toestel beschreven. Op al deze
subparagrafen is onderstaande algemene beschrijving voor het plaatsen van het toestel van toepassing:
1
Plaats het toestel waar deze geïnstalleerd gaat worden en houd rekening met het onderstaande:
- De inbouwmaten van het toestel (zie Afb. 7-1 en 7-2).
- De minimale boezemafmetingen (zie paragraaf 7-4).
- De lengte van de kabels en leidingen (zie paragraaf 7-4).
- Plaats het toestel voor een hittebestendige en onbrandbare wand. De muurbeugels op een inbouwtoestel zorgen
ervoor, dat de minimale afstand tot de wand behouden blijft (zie Afb. 7-1 (A)).
- Neem afdoende maatregelen om te hoge temperaturen van een eventuele wand achter de boezem te voorkomen,
inclusief de materialen en/of voorwerpen die zich achter de wand bevinden.
- Zorg dat er zich in het stralingsbereik (zie Tabel 4-1 en Afb. 7-12) van het vuur geen brandbare objecten of materialen
bevinden.
- Plaats het concentrische systeem zo dat nooit een brandgevaarlijke situatie kan ontstaan (zie paragraaf 7.3).
- Dek het toestel niet af en/of pak het niet in met een isolatiedeken of enig ander materiaal.
- Zorg voor een stabiele opstelling van het te installeren toestel. Zet de eventuele verlengpoten vast met de parkers.
Ga als volgt te werk:
1
Maak de beugel met het gasregelblok los van het toestel door de parkers los te schroeven en schroef de parkers terug in
het toestel.
1
Leg de beugel met het gasregelblok, samen met de bedrading van de ontstekings-/ionisatiekabel(s), de flexibele
gasslang(en) en de typeplaat met ketting in de richting van het bedieningsluik (zie paragraaf 7.5).
3
- Leg de kabels van de ionisatie- en de ontstekingspennen niet langs metalen delen, bedrading en andere
componenten.
- Het typeplaatje dient bevestigd te blijven aan de ketting.
A
7-1
Ins tal lati ehandl eiding
200
A
130
876
912
790
Maestro 80-3 RCH
11
492
18
156
349
38c-2251 /0