Onderhoud
7. Reinig de luchtkap/tipbeschermer en de
spuittip met een zachte borstel en een geschikt
oplosmiddel.
8. Gebruik zo nodig een tandenstoker of ander
zacht gereedschap om de gaten van de luchtkap
te reinigen. Gebruik geen metalen gereedschap.
9. Breng het lipje van de spuittip op één lijn met
de groef in de luchtkap. Controleer de staat
van de tippakking (27a) en vervang die als ze
beschadigd is. Installeer de spuittip.
10. Installeer de luchtkap en de borgring. Draai de
luchtkap in de juiste stand en draai de klemring
goed vast.
34
Dagelijkse zorg
zorg voor
voor het
Dagelijkse
Dagelijkse
zorg
voor
1. Volg de
Drukontlastingsprocedure, page
2. Reinig de vloeistof- en luchtfilters.
3. Controleer op vloeistoflekkage. Draai alle
fittingen aan.
4. Reinig de ophanghaken voor de werkstukken.
Gebruik alleen niet-vonkend gereedschap.
5. Controleer de beweging van trekker en ventielen.
Smeer zo nodig.
6.
De elektrische aarding controleren, page
7. Hang het pistool aan een haak met de spuitmond
naar beneden gericht.
het systeem
systeem
het
systeem
29.
27.
332060M