Aarding
Aarding
Aarding
De apparatuur moet worden geaard om het risico
op statische vonken en elektrische schokken te
beperken. Elektrische of statische vonken kunnen
tot gevolg hebben dat dampen ontbranden of
ontploffen. Een onjuiste aarding kan elektrische
schokken veroorzaken. Aard alle apparatuur,
het personeel, het te spuiten object en alle
elektrisch geleidende voorwerpen in of nabij het
werkgebied. De weerstand mag niet hoger zijn dan
1 megaohm. Aarding biedt de elektrische stroom
een ontsnappingsdraad.
Bij de bediening van het elektrostatische pistool
kunnen niet-geaarde objecten op de spuitlocatie
(zoals mensen, vaten, gereedschap, e.d.) elektrisch
geladen raken.
Hieronder zijn de minimale aardingsvereisten
vermeld voor een standaard elektrostatisch systeem.
Het kan zijn dat in uw systeem nog andere apparatuur
of objecten voorkomen, die dan ook geaard moeten
worden. Uw systeem moet worden geaard op
een echt aardingspunt. Controleer dagelijks de
aardaansluitingen. Bekijk de ter plaatse geldende
elektrische voorschriften voor gedetailleerde
aardingsinstructies.
Alle personen die de spuitzone betreden,
•
moeten schoenen met geleidende zolen
dragen, bijvoorbeeld van leer, of moeten een
persoonlijke aardband dragen. Draag geen
schoenen met niet-geleidende zolen, zoals
van rubber of plastic. Als handschoenen nodig
zijn, gebruik dan de geleidende handschoenen,
die bij het pistool geleverd worden. Wanneer
er andere handschoenen dan die van Graco
worden gedragen, knip dan de vingers of het
handpalmgedeelte weg, zodat uw hand altijd
contact met de geaarde pistoolhandgreep maakt.
Geleidende handschoenen en schoeisel mogen
niet meer dan 100 megaohm zijn conform EN ISO
20344 en EN 1149-5.
Te spuiten object:
•
Houd de ophanghaken van
werkstukken altijd schoon en zorg dat ze geaard
zijn.
332060M
Luchtondersteund elektrostatisch spuitpistool:
•
Aard het pistool door de geaarde Graco-luchtslang
aan te sluiten op het pistool en de aarddraad van
de luchtslang aan te sluiten op een goed aardpunt.
Zie
De elektrische aarding controleren, page
Pomp en vloeistofbron:
•
vloeistofbron door de aarddraad daarvan aan te
sluiten op een goed aardpunt.
Alle elektrisch geleidende objecten of toestellen in
•
het spuitgebied
moeten goed geaard zijn.
•
Vloeistof- en afvalcontainers:
van vloeistoffen en afval in het spuitgebied.
Gebruik geen gevoerde emmers tenzij ze
geleidend en geaard zijn. Bij het spoelen van het
spuitpistool moet de houder waarin overtollige
vloeistof wordt opgevangen, elektrisch geleidend
en geaard zijn.
Luchtcompressors:
•
Aard de apparatuur volgens de
aanwijzingen van de fabrikant.
Alle lucht- en vloeistofleidingen
•
behoren geaard zijn. Gebruik alleen geaarde
Installatie
27.
Aard de pomp en
Aard alle houders
moeten naar
19