Onderhoud
3. Verwijder de luchtkap en de spuittip en reinig ze.
4. Zet de vloeistofbron om naar oplosmiddel
of ontkoppel de vloeistofleiding en sluit een
aanvoerleiding met oplosmiddel aan op het
pistool.
5. Richt het pistool in een geaarde metalen emmer.
Blijf spoelen tot er helder oplosmiddel uit het
pistool komt.
6. Volg de
Drukontlastingsprocedure, page
de trekker op de veiligheidspal.
7. Schakel de aanvoerleiding met oplosmiddel uit
of ontkoppel hem.
32
8. Breng het lipje van de spuittip op één lijn met
de groef in de luchtkap. Controleer de staat
van de tippakking (27a) en vervang die als ze
beschadigd is. Installeer de spuittip.
9. Verwijder luchtkap, tipbeschermer en borgring.
10. Hang het pistool aan een haak met de spuitmond
naar beneden gericht.
29. Zet
11. Als u klaar bent om weer te gaan spuiten sluit
u de vloeistoftoevoerleiding weer aan. Volg de
Instelprocedure voor pistolen, page
23.
332060M