Afdrukken
Voordat u gaat afdrukken
• Is de printer aangesloten op een computer? (pag. 12)
• Zijn inktlint en papier correct geplaatst? (pag. 14)
• Is het printerstuurprogramma geïnstalleerd? (pag. 13)
PRINT-lampje
ALARM-lampje
1
1
Druk op de schakelaar ! POWER om de printer aan
te zetten.
De achtergrondverlichting van het lcd-scherm licht
groen op en de lampjes PRINT en ALARM en de
ladeverlichting gaan tegelijkertijd branden en weer uit.
2
Zet de computer aan.
3
Start een afdruk op de computer.
Het lampje PRINT flikkert terwijl er
afbeeldingsgegevens worden ontvangen vanaf de
computer, en gaat dan continu branden terwijl er
wordt afgedrukt.
Opmerkingen
• Hoewel er al papier te zien kan zijn terwijl het afdrukken
nog bezig is, dient u dit niet aan te pakken totdat het
afdrukken voltooid is.
• Zet de printer niet uit tijdens het afdrukken. Anders kan
het papier vastlopen.
• Open de inktlintklep niet tijdens het afdrukken. Als de
klep wordt geopend, stopt het afdrukken. Wanneer de
klep weer dicht is, voert de printer de pagina uit die
afgedrukt werd en keert terug naar de normale status.
• Open de inktlintklep niet als op het lcd-scherm "WAIT"
(wachten) wordt weergegeven. Binnenin de printer
worden gegevens verwerkt.
• Hoewel de printer kan worden ingesteld voor continu
afdrukken, kunnen afdrukken die zich opstapelen gaan
buigen. Het afdrukken stopt dan en het ALARM-lampje
gaat branden. Wanneer dit gebeurt, verwijdert u de
afdrukken uit de uitvoerlade. Het afdrukken hervat
automatisch en de resterende afbeeldingen worden
afgedrukt.
22
Afdrukken
STOP-knop
• Laat niet meer dan tien afdrukken in de uitvoer liggen.
Als u te veel afdrukken in de uitvoerlade laat liggen, kan
het papier vastlopen.
Wanneer afdrukken is uitgeschakeld
Wanneer de inktlintklep openstaat of het ALARM-lampje
brandt, kan er niet worden afgedrukt.
Voor nadere informatie raadpleegt u "Uitleg van de
lampjes" op pagina 28.
Als het papier of het inktlint opraakt tijdens
afdrukken
De printer voltooit de afdrukopdracht. Zodra nieuw papier
en inktlint zijn geplaatst, gaat het afdrukken automatisch
verder en worden de resterende afbeeldingen afgedrukt.
Continu afdrukken onderbreken
Druk op de knop STOP. De huidige afdruk wordt voltooid,
en de printer gaat vervolgens in normale stand zodra de
afdruk is uitgevoerd.
Afdrukken opslaan
• Sla afdrukken niet op op locaties die blootgesteld
worden aan hoge temperaturen, hoge
vochtigheidsgraden of rechtstreeks zonlicht. Dit kan
leiden tot vervagen van de afdrukken.
• Plak geen plakband op een afdruk. Laat afdrukken ook
niet in contact komen met materialen die plasticiden
bevatten, zoals gummetjes of bureauonderleggers.
• Laat geen vluchtige oplosmiddelen zoals alcohol in
contact komen met de afdrukken.