Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

ACCULADER

GEVAAR
• Tijdens het laden geven accu's waterstofgas af. Waterstofgas is ontplofbaar. Indien het voertuig
beschikt over een weerbestendige overdekking, dan moet deze worden losgeritst en terug worden
getrokken terwijl de accu's worden geladen. Dat moet gebeuren omdat zich dan geen waterstofgas
onder de afdekking kan verzamelen.
• De ruimte waar de accu's worden geladen, moet geventileerd zijn. Het waterstofgehalte in de lucht
mag nooit meer dan 2% bedragen. Het totale luchtvolume in de ruimte moet vijf keer per uur
ververst worden. Ventilatoren moeten op het hoogste punt van de ruimte worden aangebracht.
Neem contact op met een plaatselijke ingenieur in verwarming, ventilatie en airconditioning.
WAARSCHUWING
• Laat alleen een getrainde monteur de lader onderhouden of repareren. Neem contact op met uw
dichtstbijzijnde Club Car-distributeur/dealer.
• Elke lader moet aangesloten zijn op een aparte eenfasige stroomkring (15 of 20 ampère) met
afzonderlijke beveiliging (stroomonderbreker of zekering), in overeenstemming met alle
plaatselijke elektriciteitsvoorschriften.
• Sluit het stroomsnoer van de lader aan op een goed geaard driepolig stopcontact met de spanning
en frequentie die op de lader vermeld staan.
• Gebruik geen adapter om een lader met driepolige stekker aan te sluiten op een tweepolig
stopcontact. Een verkeerde aansluiting van de aarding van de apparatuur kan brand of elektrische
schok veroorzaken.
• Gebruik uitsluitend verlengsnoeren en contactdozen die driepolige stekkers aanvaarden.
Verlengsnoeren moeten van het type nr. 12 AWG zijn (drie geleiders); houd de lengte zo kort
mogelijk. Het gebruik van een ongeschikt verlengsnoer kan brand of elektrische schok
veroorzaken.
• Gebruik de lader niet indien die een harde klap heeft gekregen, gevallen is of op enige andere
manier beschadigd is.
• Laat kabels en snoeren die ingesneden, versleten of anderszins beschadigd zijn onmiddellijk
vervangen.
• Niet gebruiken in de nabijheid van brandstoffen, graanstof, oplosmiddelen, verdunningsmiddelen
of andere ontvlambare stoffen. Laders kunnen ontvlambare materialen en dampen doen
ontbranden.
• Stel de lader niet bloot aan regen of ander vocht. Houd de lader droog.
• Duw nooit enig voorwerp door de gleuven van de behuizing. Ze kunnen gevaarlijke
spanningspunten raken of kortsluiting veroorzaken die tot brand of elektrische schokken kan
leiden.
• Sluit een vaste lader niet op het stopcontact aan als het snoer van de lader, de stekker of het
stopcontact van het voertuig op enige manier beschadigd is of geen goede elektrische verbinding
maakt. Dit zou brand of persoonlijke verwondingen kunnen veroorzaken. Laat een bevoegde
monteur de onderdelen vervangen.
• 36-volt Accu-Power-lader: Verwijder de stekker niet uit het stopcontact van het voertuig terwijl de
lader nog werkt. Dit kan tot vonkvorming en brand leiden, die de stekker en het stopcontact
kunnen beschadigen en de accu's kunnen doen ontploffen. Als u het laden wilt onderbreken, moet
u eerst de stekker van de lader uit de wandcontactdoos verwijderen en pas daarna de stekker uit
het stopcontact van het voertuig trekken.
• 48-Volt PowerDrive-lader: Wanneer de lader aangesloten is, mag u het gelijkstroomsnoer langzaam
uit het contact van het voertuig trekken. Wanneer u aan het snoer rukt of het snel uit het contact
trekt, kunt u vonkvorming en verbranding veroorzaken die de stekker en het contact kunnen
beschadigen en de accu's zouden kunnen doen ontploffen.
pagina 28
DS Golfwagen – Elektrische voertuigen – Handleiding voor de eigenaar 2005
Acculader

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave