Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

De Werking Controleren - Club Car DS Golfwagen 2005 Handleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

DE WERKING CONTROLEREN

Nadat u zich vertrouwd hebt gemaakt met de bedieningen van het voertuig en de instructies voor de bestuurder
hebt gelezen en begrepen, maakt u een proefrit. Gebruik de volgende lijst bij de inspectie van uw nieuwe voertuig
en ga dagelijks na of het juist werkt. Eventuele defecten mogen uitsluitend hersteld worden door uw Club Car-
distributeur/dealer of een getrainde monteur.
Alle voertuigen
• vooruit-/achteruitschakelaar: Controleer of het goed werkt. Zie Bedieningen en aanwijzers op
pagina 13.
• Remmen: Verifieer dat ze goed werken. Wanneer het rempedaal met matige kracht volledig wordt ingedrukt,
mag het niet verder dan halfweg tot de vloer gaan. Het voertuig moet vlot en zonder te slippen binnen
427 cm tot stilstand komen. Indien het pedaal verder dan de helft kan worden ingedrukt of het voertuig slipt
of niet binnen 427 cm stopt, moet u het remsysteem laten controleren en zo nodig bijstellen. Het
remsysteem moet altijd zo afgesteld zijn dat het pedaal beslist niet tegen de vloer ingedrukt kan worden.
• Parkeerrem: De ingeschakelde parkeerrem moet de wielen blokkeren en het voertuig immobiliseren (op
hellingen tot maximum 20%). Bij een druk op het gaspedaal of het rempedaal moet de parkeerrem vrij
komen.
• Achteruitzoemer: Wanneer de vooruit-/achteruithendel in ACHTERUIT (R) staat, geeft de achteruitzoemer
een waarschuwingssignaal.
• Besturing: Het voertuig moet gemakkelijk te besturen zijn, zonder speling op het stuur.
• Gaspedaal: Wanneer het contactslot op AAN en de vooruit-/achteruitschakelaar op VOORUIT (F) staan,
moet bij het indrukken van het gaspedaal de motor starten en het voertuig vlot de maximumsnelheid
bereiken. Bij het loslaten van het pedaal moet het naar de oorspronkelijke stand terugkeren en de motor
moet stoppen. DS-voertuigen rijden langzamer in achteruit.
• Algemeen: Luister of u geen ongewone geluiden, zoals geknars of geratel, hoort. Controleer het rijgedrag
en de prestaties van het voertuig. Laat alle afwijkingen controleren door uw Club Car-distributeur/dealer of
een getrainde monteur.
DS IQ System-voertuigen
• Zero Speed Detect: Terwijl het voertuig op vlak terrein geparkeerd is, met de parkeerrem uitgeschakeld,
plaatst u de slepen-/rijdenschakelaar in de stand RIJDEN en probeert u het voertuig te duwen. U moet een
weerstand tegen het rijden voelen (het voertuig gaat niet sneller dan 1,5 tot 3 km/u), ongeacht de stand van
de vooruit-/achteruitschakelaar.
• Motorrem met niet-ingedrukte pedaal (afstelbaar op IQ System-voertuigen): Laat het voertuig op volle
toeren rijden en neem uw voet van het gaspedaal. De motorrem moet het voertuig snel en zonder schokken
afremmen tot een snelheid van ongeveer 15 km/u. De motorrem houdt op te werken wanneer het voertuig
langzamer rijdt dan 15 km/u. Deze functie is uitsluitend aanpasbaar voor IQ System-voertuigen. Neem
contact op met uw plaatselijke Club Car-dealer/distributor voor informatie over de aanpasbaarheid.
• Motorrem met ingedrukte pedaal: Versnel op een dalende helling met het gaspedaal ingedrukt. Wanneer
het voertuig een snelheid van ongeveer 24 km/u bereikt, moet de motorrem in werking treden en de snelheid
matigen tot 24 à 26 km/u, afhankelijk van de steilte van de helling.
pagina 18
DS Golfwagen – Elektrische voertuigen – Handleiding voor de eigenaar 2005
Voorbewerking en dagelijkse veiligheidscontroles

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave