toe te passen.
DCM00900
OPGELET:
Als de noodschakelaar te lang omhoog
G
wordt gehouden, wordt er te veel olie in
de motorolietank gepompt zodat die
overloopt. Laat de schakelaar los als de
olie het bovenste peilstreepje van de
motorolietank heeft bereikt.
Gebruik de noodprocedure allen als de
G
waarschuwingslampen voor het olie-
peil werken.
1.
Verwijder de motorkap.
2.
Draai de hoofdschakelaar om.
OFF
3.
Duw de noodschakelaar naar boven om
reserveolie van de losse olietank naar
de motorolietank over te pompen.
1. Noodschakelaar
ON START
ZMU01906
1
ZMU03925
Herstellen van defecten
1
1. Motorolietank
2. Losse olietank
4.
Nadat u de noodschakelaar hebt ge-
bruikt, zet u de hoofdschakelaar af en
daarna weer aan. Daardoor wordt het
waarschuwingssysteem weer op nor-
maal gezet. Op de oliepeilaanduidings-
lamp is nu het gele segment te zien.
5.
Start de motor en ga in de dichtstbijzijn-
de haven olie halen.
NOTA:
De maximumhoeveelheid reserveolie is
G
3
1500 cm
(1.6 US qt, 1.31 Imp qt).
De oliepomp werkt niet als de motor meer
G
dan 35° naar boven is gekanteld. Zet de
motor rechtop (niet gekanteld), voordat u
de noodschakelaar gebruikt.
DMU29760
Behandeling van een
ondergedompelde motor
Als de buitenboordmotor ondergedompeld
werd, moet hij onmiddellijk naar een
Yamaha-dealer worden gebracht. Anders
kan hij bijna onmiddellijk beginnen te roes-
ten.
Als het niet mogelijk is om de buitenboord-
motor onmiddellijk naar een Yamaha-dealer
te brengen, volg dan de onderstaande pro-
cedure om de beschadiging van de motor zo
2
ZMU01908
76