gaat gebruiken, haal de accu dan uit de
boot en bewaar hem op een koele don-
kere plaats. Herlaad de accu helemaal
alvorens hem weer te gebruiken.
3.
Als de accu langer dan een maand
wordt opgeborgen, controleer dan ten
minste één keer per maand de specifie-
ke graviteit van de vloeistof en herlaad
de accu als hij bijna op is.
NOTA:
Raadpleeg een Yamaha-dealer als u accu's
laadt of herlaadt.
DMU29341
Aansluiting van de accu
DWM00570
WAARSCHUWING
Maak de accuhouder stevig vast op een
droge, goed verluchte en trillingsvrije
plaats in de boot. Installeer een volledig
opgeladen accu in de houder.
DCM01121
OPGELET:
Zorg ervoor dat de hoofdschakelaar (bij
G
de modellen waarop dat van toepas-
sing is) op "
aan de accu te werken.
Omkering van de accukabels bescha-
G
digt de elektrische onderdelen.
Koppel eerst de RODE kabel aan als u
G
de batterij installeert en ontkoppel
eerst de ZWARTE kabel als u ze verwij-
dert. Anders zouden de elektrische on-
derdelen kunnen worden beschadigd.
De elektrische contacten van de accu
G
en de kabels moeten zuiver en juist
aangekoppeld zijn anders start de accu
de motor niet.
Verbind de RODE kabel eerst met de POSI-
TIEVE (+)pool. Verbind dan de ZWARTE ka-
bel met de NEGATIEVE (-) pool.
" (off) staat, alvorens
Het gebruik van één enkele accu
Sluit beide rode kabels aan op de (+)-pool.
DWM00590
WAARSCHUWING
Laat geen kabels losgekoppeld liggen.
Als een kabel per ongeluk in contact komt
met de NEGATIEVE (-) pool van de accu,
ontstaat er een kortsluiting. Beschadi-
ging van het elektrische systeem en
brand kunnen daarvan het gevolg zijn.
1. Rode kabel
2. Zwarte kabel
3. Accu
Het gebruik van een hulpaccu
Gebruik een verbindingskabel tussen de (-
)polen van de startaccu en de hulpaccu. Zie
de afbeeldingen van de draadverbindingen.
Die kabel moet gemaakt zijn van draad die
vergelijkbaar is met die van de startaccuka-
bel.
DWM00600
WAARSCHUWING
Het gebruik van een kleinere draad kan
tot brand leiden.
Onderhoud
66