Onderhoud
zorgen.
DWM00700
WAARSCHUWING
Kom nooit onder het staartstuk als het
gekanteld is, zelfs niet als de kantelsteun-
hendel vergrendeld is. Als de buiten-
boordmotor per ongeluk valt, kan dat
ernstige verwondingen veroorzaken.
DCM00660
OPGELET:
Gebruik de kantelsteunhendel of de kan-
telsteunknop niet om de boot de slepen.
De buitenboordmotor zou daardoor kun-
nen lostrillen van de kantelsteun en val-
len. Als de boot niet kan worden gesleept
met de motor in de normale stand, ge-
bruik dan een bijkomend steunstuk om
de motor in de gekantelde stand vast te
zetten.
De buitenboordmotor moet gesleept en op-
geborgen worden in de normale vaarstand.
Als er te weinig ruimte is op de weg voor die
stand, sleep de buitenboordmotor dan in de
gekantelde stand en maak gebruik van een
motorsteun zoals een spiegelstang. Raad-
pleeg uw Yamaha-dealer voor meer details.
DMU30272
Opberging van de buitenboordmotor
Voor het opbergen van uw Yamaha-buiten-
boordmotor gedurende langere periode (2
maanden of langer) moeten verschillende
belangrijke procedures worden uitgevoerd
om overmatige schade te voorkomen.
Het is aan te raden uw buitenboordmotor te
laten onderhouden door een erkende
Yamaha-dealer vooraleer deze op te ber-
gen. U als eigenaar kunt de volgende proce-
dures echter zelf uitvoeren met een
49
minimum aan gereedschap.
DCM01411
OPGELET:
Plaats de buitenboordmotor niet op zijn
G
zijkant vooraleer het koelwater volledig
is weggevloeid, anders kan water de ci-
linder binnendringen via de uitlaatpoort
en motorproblemen veroorzaken.
Bewaar de buitenboordmotor op een
G
droge, goed verluchte plaats, niet in di-
rect zonlicht.
DMU28301
Procedure
DMU28321
Spoelen met de doorspoel aansluiting
(oorkap)
Spoelen met de doorspoel aansluiting (oor-
kap)
1.
Was het buitenboordmotorlichaam met
zoet water. Voor meer informatie, zie
pagina 51.
2.
Ontkoppel de brandstofleiding van de
motor of sluit de brandstofkraan (als er
één is).
3.
Verwijder de motorkap en het geluids-
demperdeksel. Verwijder de propeller.
4.
Installeer de doorspoel aansluiting (oor-
kap) over de koelwaterinlaat.
DCM00300
OPGELET:
Laat de motor niet draaien zonder hem te
voorzien van koelwater. Anders wordt de
waterpomp van de motor beschadigd of
loopt de motor schade op door overver-
hitting. Alvorens de motor te starten,
moet worden gecontroleerd of de koelwa-
termantels wel worden voorzien van wa-
ter.
DCM00310
OPGELET:
Laat de buitenboordmotor niet met een