Inhoudsopgave
Advertenties
Bij gebruik van een normaal scherm (4:3) en projecteren van een 16:9 beeld
Beeldgrootte (schermgrootte)
Diag. [ χ ]
Breedte
300 (762 cm)
240 (610 cm)
270 (686 cm)
216 (549 cm)
250 (635 cm)
200 (508 cm)
200 (508 cm)
160 (406 cm)
150 (381 cm)
120 (305 cm)
100 (254 cm)
80 (203 cm)
80 (203 cm)
64 (163 cm)
70 (178 cm)
56 (142 cm)
60 (152 cm)
48 (122 cm)
40 (102 cm)
32 (81 cm)
χ : Beeldgrootte (diagonaal) (in/cm)
L: Projectie-afstand (voet/m)
L1: Minimale projectie-afstand (voet/m)
L2: Maximale projectie-afstand (voet/m)
H: Afstand vanaf het midden van de lens tot de onderrand van het
beeld (in/cm)
Opmerking
• Zie blz. 18 voor "Projectie-afstand [L]" en "Afstand vanaf het midden van de lens tot de onderrand
van het beeld [H]".
• In de waarden in de bovenstaande diagrammen moet u rekening houden met een kleine foutenmarge.
• Waarden met een (-) teken geven aan hoeveel het midden van de lens zich onder de onderrand van
het beeld bevindt.
Projectie-afstand [L]
Hoogte
Minimaal [L1]
180 (457 cm)
32 0 (9,8 m)
162 (411 cm)
28 9 (8,8 m)
150 (381 cm)
26 8 (8,1 m)
120 (305 cm)
21 4 (6,5 m)
90 (229 cm)
16 0 (4,9 m)
60 (152 cm)
10 8 (3,3 m)
48 (122 cm)
8 6 (2,6 m)
42 (107 cm)
7 6 (2,3 m)
36 (91 cm)
6 5 (2,0 m)
24 (61 cm)
4 3 (1,3 m)
Afstand vanaf het midden van de lens
tot de onderrand van het beeld [H]
Maximaal [L2]
37 0 (11,3 m)
34
33 4 (10,2 m)
31
30 10 (9,4 m)
24 8 (7,5 m)
18 6 (5,6 m)
17
12 4 (3,8 m)
11
9 10 (3,0 m)
8 8 (2,6 m)
7 5 (2,3 m)
4 11 (1,5 m)
De formule voor beeldgrootte en projectie-afstand
[Voet/inch]
L1 (voet) = 0,0325 χ / 0,3048
L2 (voet) = 0,03761 χ / 0,3048
H (in) = - 0,29601 χ / 2,54
31
/
( 89 cm)
32
15
/
( 80 cm)
32
9
29
/
( 74 cm)
64
5
23
/
( 59 cm)
16
31
/
( 44 cm)
64
21
/
( 30 cm)
32
21
9
/
( 24 cm)
64
5
8
/
( 21 cm)
32
7 ( 18 cm)
21
4
/
( 12 cm)
32
[m/cm]
L1 (m) = 0,0325 χ
L2 (m) = 0,03761 χ
H (cm) = - 0,29601 χ
21
Advertenties
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
