1 Veiligheidsinstructies en aanbevelingen
1.7
Aanbevelingen
Werking
Zorg ervoor dat de binnenunit en de buitenunit te allen tijde toegankelijk zijn.
Controleer regelmatig de hydraulische druk van de cv-installatie.
Raak radiatoren niet langdurig aan. Afhankelijk van de warmtepompinstellingen kan de temperatuur van
de radiatoren hoger dan 60 °C worden.
Schakel de warmtepomp niet uit. De vorstbeveiligingsmodus werkt niet als de warmtepomp is uitgescha
keld.
Als u uw huis langdurig niet hoeft te verwarmen, schakelt u de verwarmingsfunctie uit of activeert u de
vorstbeveiligingsmodus. Zie het hoofdstuk Werkingsmodus selecteren.
Tap de installatie niet af, tenzij dit absoluut nodig is, bijvoorbeeld bij het verwijderen van de installatie. Zie
het hoofdstuk Buitenbedrijfstelling en verwijdering.
Geef de voorkeur aan de UIT-modus of de vorstbeveiligingsmodus in plaats van het systeem helemaal
uit te zetten, zodat de volgende functies blijven werken:
Gangbaar houden van de pompen
Vorstbeveiliging
Verwijder of bedek nooit de etiketten en typeplaten die op apparaten zijn geplakt. De etiketten en type
platen moeten tijdens de hele levensduur van het apparaat leesbaar blijven.
Vervang beschadigde of onleesbare instructie- en waarschuwingsstickers onmiddellijk.
Als het noodzakelijk is om de warmtepomp bij langdurige afwezigheid uit te zetten, laat het systeem dan
leeglopen ter voorkoming van vorstschade.
Breng geen wijzigingen aan de warmtepomp zonder schriftelijke toestemming van de fabrikant.
Om te profiteren van de garantiedekking mogen er geen wijzigingen aan het apparaat worden aange
bracht.
1.8
Specifieke instructies voor service, onderhoud en storingen
Voorzorgsmaat
Onderhoudswerk moet door een erkend installateur worden uitgevoerd.
regelen
Alleen een erkende professional mag de beveiligingsapparaten instellen, corrigeren of vervangen.
Voor warmtepompen met een equivalente hoeveelheid koudemiddel van meer dan 5 ton CO
gebruiker jaarlijks een lekdichtheidstest laten uitvoeren op de koudemiddelapparatuur.
Voor alle werkzaamheden eerst de stroom uitschakelen van de warmtepomp, de binnenunit en de hy
draulische/elektrische back-up.
Wacht ongeveer 20 tot 30 seconden tot de condensatoren van de buitenunit zijn ontladen, en controleer
of de lampjes op de besturingsprint van de buitenunit zijn uitgegaan.
Schakel voor alle werkzaamheden aan het koudemiddelcircuit het toestel uit en wacht enkele minuten.
Sommige componenten zoals de compressor en de buizen kunnen warmer dan 100 °C worden en een
hoge druk opbouwen, wat tot ernstig letsel kan leiden.
Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen.
Lokaliseer en verhelp de oorzaak van de uitschakeling voordat u de veiligheidstemperatuurbegrenzer re
set.
Het verwijderen en afvoeren van de warmtepomp moet door een erkende vakman worden uitgevoerd
volgens de plaatselijke en nationale regelgeving.
Controleer de hele verwarmingsinstallatie op lekkages na onderhouds- en servicewerkzaamheden.
Verwijder de ommanteling alleen voor onderhouds- en servicewerkzaamheden. Zet de ommanteling
weer terug na de onderhouds- en servicewerkzaamheden.
10
MIV-S V200
, moet de
2
7748628 - v05 - 17042024