1. Neem de ethernetkabel die naar de router van de klant leidt.
2. Strip ± 2 cm van de buitenisolatie van de ethernetkabel.
3. Knip de draden in een rechte lijn en steek ze in een RJ45-connector in de T568B-standaardvolgorde, in
overeenstemming met de afbeelding (zie afbeelding 44).
4. Bevestig de connector aan de draden met een RJ45-krimptang.
5. Herhaal de stappen 2 - 4 aan de andere kant van de kabel.
6. Controleer met behulp van een RJ45-kabeltester of u de connectoren aan beide zijden correct hebt
geïnstalleerd.
7. Steek de RJ45-connector in de ethernetpoort van het laadpunt (zie afbeelding 45).
8. Steek de andere RJ45-connector in een vrije ethernetpoort van de router.
9.6. Installatie Dynamic Power Management
Als de klant samen met het laadpunt een Dynamic Power Management (DPM) module heeft gekocht, installeert
u de DPM-module in de meterkast volgens de onderstaande stappen.
LET OP
In hoofdstuk 8. Voorbereiding hebt u een DPM datakabel klaargelegd voor deze aansluiting.
Installatiehandleiding – Advanced 3.0 - 17SRNL02
1 2 3 4 5 6 7 8
RJ45
O
P
NL
34