9.2. Elektrische aansluiting
9.2.1. Stroomaansluiting voor TN- en TT-netsystemen
1. Zorg ervoor dat u ±15 cm vrije voedingskabel hebt, gemeten vanaf de doorvoertule (zie afbeelding 32).
2. Verwijder ±10 cm van de buitenisolatie van de voedingskabel.
3. Strip ±1 cm van de isolatie van de vijf draden.
PZ/S2
Nm
L1
4. Steek de gestripte PE-, N- en L1-draden in de bijbehorende klemmen (zie afbeelding 33).
LET OP
Gebruik een aanhaalmoment van 2,4 Nm.
LET OP
De kabels L2 en L3 worden alleen bij 3-fase aansluiting direct in de vermogensmeter geïnstalleerd.
Gebruik een aanhaalmoment van 2,4 Nm.
LET OP
De kabel L1 moet altijd worden aangesloten op het grijze klemmenblok.
Installatiehandleiding – Advanced 3.0 - 17SRNL02
± 10 mm
± 100 mm
± 100 mm
L1
L2
2.4 Nm
L1
L2
L3
L3
v
L2
L3
b
NL
L1
L2
L3
N
PE
28